Zelf laten doen

decoupeerzaag en plankje, klaar om te gaan zagen. Copyright foto: Krzysztof (Kriss) Szkurlatowski.
Kind (niet van mij) aan het doe-het-zelven

Als trainer, als docent en als facilitator is het de bedoeling dat je je deelnemers of studenten zo veel mogelijk zelf laat doen. Dat is niet de zoveelste modetrend in trainersland, onderzoek wijst uit dat mensen meer leren en meer betrokken zijn als ze zelf actief bezig zijn. Ga maar na, waarschijnlijk krijg je zelf ook meer mee als je lekker gemotiveerd en enthousiast meedoet aan iets actiefs dan wanneer je ongeïnteresseerd luistert naar een saai verhaal. Dus moeten ze zelf aan het werk. In dit stuk deel ik wat overwegingen en ervaringen. Ik hoop dat je er enthousiast van wordt!

Zelf

Er staat een keyboard in de kamer. Er komt een bak herrie uit. Mijn handen jeuken (spreekwoordelijk dan, in het echt jeuken mijn oren) om de veroorzaker daarvan wat basisbeginselen van het muziek maken bij te brengen. Toch wacht ik daarmee. Hij moet zelf ervaren dat sommige dingen mooier klinken dan andere. En mijn hoofdpijn wegslikkend zie ik dat er kwartjes beginnen te vallen. Hij oefent met ritmes, met melodietjes, met verschillende geluiden. Hij heeft er lol in. Doel bereikt!

Kon dit doel ook op een voor mij comfortabelere manier worden bereikt? Nee. Als ik hem had uitgelegd “hoe het hoort” was hij niet nieuwsgierig geweest. Hij zou er geen belangstelling voor gehad hebben. Daarna zou hij zich misschien hebben afgevraagd of wat hij deed wel goed was. Terwijl hij zich nu een dj voelde (kinderen van nu zijn dol op dj’s) en stond te swingen achter het apparaat.

Heeft hij dan geen lessen nodig? Kan een kind zichzelf zonder enig onderricht ontwikkelen tot een nieuwe Bach? Nee: beetje jammer om elk kind opnieuw het wiel te laten uitvinden hè? Maar door hem er zelf mee aan de gang te laten gaan merkt hij wat hij al kan en wat niet, en komen er vragen in hem op. Door daar bij aan te sluiten leert hij het beste: hij is gemotiveerd en geïnteresseerd en hij voelt zich gehoord.

Dat werkt met volwassenen net zo. “Mijn” vierdejaars studenten doen eigen projecten, waarbij wij als docent vooral coachen, aansluitend bij wat ze zelf doen. Daardoor leren ze, hoewel ze allemaal iets vergelijkbaars doen, ieder individueel wat ze nog moeten of willen leren.

Laten

Het “laten” is het lastigste stuk, ook omdat je dat op heel verschillende manieren kunt opvatten. Ik geef wat opties!

Niet mee bemoeien

De makkelijkste manier van laten is je gewoon niet bemoeien met wat er gebeurt. Hoewel, makkelijk: ik moet soms op mijn handen zitten hoor. Zeker als ik iemand zie stuntelen. Ik denk dat het effect van een les, training of workshop groter is als ik een middenweg kies: enerzijds mensen hun gang laten gaan, anderzijds goed volgen wat ze doen en ingrijpen als ze een echt verkeerde afslag nemen. Wat verkeerd is hangt van de situatie af, maar het gaat in elk geval om activiteiten die veel tijd en moeite kosten maar nauwelijks iets bruikbaars opbrengen. Een slimme vraag stellen is dan genoeg om ze weer in de goede richting te sturen. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, dus ik grijp niet snel in, maar als de weg doodloopt wel.

Het proces volgen helpt ook om te kunnen bespreken wat ik zag gebeuren. En dat helpt de deelnemers dan weer in hun reflectie en in het leerproces. Bovendien kan ik, door wat ik zie gebeuren, mijn vervolgstappen afstemmen op het proces van de deelnemers. Dus met mijn handen op mijn rug ben ik toch sterk betrokken bij wat er gebeurt.

Faciliteren

Iets actiever dan “niet mee bemoeien” is het faciliteren van zelf doen. Dat wil zeggen: actief randvoorwaarden scheppen, zodat mensen zelf aan de slag kunnen en ze leren of meemaken wat ik vind dat ze moeten meemaken. Dat klinkt abstract zo hè?

Een voorbeeld uit mijn lessen ontwerpmethodologie. Studenten leren een bepaalde aanpak van het ontwerpen van producten. Ik wil, dat ze daar kritisch over nadenken. Er zijn vele manieren om te ontwerpen, veel meer dan die ene manier die ze kennen. Ik laat ze dus hun eigen ontwerpmethode ontwerpen. Ze gaan uit van wat ze al kennen, maar door zelf een methode te ontwerpen realiseren ze zich wat ze prettig vinden aan de bekende methode en wat ze minder sterk vinden.

Een huiselijk voorbeeld: mijn basisschoolkinderen willen soms een jas aan als het bloedheet is en “met zonder jas” als het echt jassenweer is. Als het vriest moeten ze een jas aan omdat ik het zeg, punt. Maar als het alleen maar wat fris is ’s ochtends op een verder warme dag en ze willen zonder dan is dat een uitgelezen kans om ze te laten ervaren dat ik het niet voor niets zeg. Één keer bibberend op de fiets en ze snappen het.

Verleiden

Zelf doen moet voordelen hebben, anders begint niemand er aan. Één voordeel is natuurlijk zelfstandigheid. Maar dat is niet altijd genoeg: het je laten aanleunen is ook wel lekker makkelijk. Dus naast wat randvoorwaarden kun je ook verleidingstactieken toepassen:

  • Naast het goede gevoel dat het geeft om iets zelf te kunnen, kun je ook meer zelf bepalen als je het zelf doet. Studenten kunnen bijvoorbeeld zelf een opdracht kiezen, of een aanpak. Deelnemers aan een workshop kunnen zelf vragen of onderwerpen inbrengen.
  • Beloon initiatief. Als een student of deelnemer naar me toe komt omdat ze iets specifieks wil doen dat niet standaard is, dan ben ik daar enorm blij mee. Die persoon is betrokken en gemotiveerd, en heeft goed nagedacht over wat ze wil. Dus ga ik mijn best doen om dat mogelijk te maken, ook als dat wat extra tijd en moeite kost. (Die win ik trouwens later terug: iets heel goeds nakijken is veel makkelijker dan werk nakijken dat op het randje van voldoende en onvoldoende zit, en een gemotiveerde deelnemer steekt ook andere deelnemers aan met haar enthousiasme. Dus naast het belonen zou je het ook kunnen zien als investering.)
  • Laat zien dat je de individuele inbreng ziet. Een soort psychologisch basisdingetje is dat mensen gezien willen worden. Dus als jij laat merken dat je hebt gezien waar iemand zelf keuzes heeft gemaakt, erken je die persoon in wie hij is. Dat sluit natuurlijk een beetje aan bij het vorige punt, maar ook als het geen extra bijzonder initiatief is maar “gewoon” het feit dat iemand een bepaald onderwerp heeft gekozen is het belangrijk dat je daar aandacht voor hebt. Daardoor groeit je band met die persoon, en hij of zij is extra gemotiveerd om aan de slag te gaan.

Als je deelnemers aan elkaar laat presenteren, is dat ook een soort beloning: ze krijgen erkenning voor hun eigen project of keuze, en ze enthousiasmeren elkaar.

Stimuleren

Ik heb een collega die zijn studenten elke week huiswerk laat inleveren. Hij levert er feedback op. Het is niet verplicht, maar zonder deze voorbereiding zitten ze wel een beetje verloren in de les. Bovendien weten de studenten dat ze éigenlijk hun huiswerk moeten bijhouden omdat ze het vak anders maar heel moeilijk kunnen halen. Dat inleveren in combinatie met die feedback vormen een goede stimulans om het werk bij te houden. Het is niet verplicht, maar het stimuleert wel.

Ook deelnemers aan workshops hebben soms een zetje nodig, zeker als ze een nieuwe werkvorm tegenkomen. Ik doe niet aan confronterende werkvormen (daar kan ik zelf niet tegen), en ik kies mijn werkvormen uit op de groep. Dus over het algemeen is de drempel niet onoverkomelijk. Meestal gaan mensen vanzelf meedoen als hun collega’s al meedoen, dan zien ze wat de bedoeling is en valt het ze mee. Maar ze hoeven van mij niet mee te doen. En dat het niet hoeft, is vaak precies wat mensen over de drempel helpt.

Verplichten

Tot slot kun je natuurlijk het zelf doen verplicht stellen, zoals steeds meer organisaties en overheden je dwingen je zaakjes zelf online te regelen in een “mijn.bureaucratischeorganisatie” omgeving met elk een eigen inlognaam en wachtwoord. Als je wilt bereiken dat mensen zich aan je ergeren dan is dat heel effectief. Als je wilt dat studenten, leerlingen of deelnemers iets meekrijgen, iets ervaren, en dat dat een goede ervaring voor ze is, pas dan op met verplichtingen. Verplichtingen ondermijnen de zelfstandigheid: als iets móet, kies je daar immers niet zelf voor. Dus als je iets zelf doen verplicht stelt geef je een dubbele boodschap af.

Je kunt wel onderscheid maken tussen onderwerp en aanpak. Je kunt bijvoorbeeld mensen verplichten te gaan fietsen, maar laten kiezen waar ze naartoe gaan. Of je zegt: kom allemaal naar Middelburg, en je laat het vervoermiddel vrij. Of een onderwijsvoorbeeld: schrijf een essay over een onderwerp naar keuze versus schrijf iets met als onderwerp “moeder”.

Doen

Doen, het woord zegt het al, is actiever dan alleen maar toekijken of lezen. Hoe actiever hoe beter. Daarnaast is het goed om een zo realistisch mogelijke situatie te creëren. Mijn kinderen leren dat als je zelf wat fruit klaarmaakt of een ei bakt, dat je dan ook de boel schoon en netjes achterlaat. En als je een instrument gebruikt, doe je dat voorzichtig en berg je het achteraf netjes op.

Mijn studenten werken zoveel mogelijk aan opdrachten uit de praktijk, zo gaat dat bij de hogeschool waar ik werk bij alle opleidingen. Hebben ze een presentatie dan kleden ze zich daarvoor, leveren ze een verslag in dan moet dat een correcte kaft hebben en volgens een bepaalde standaard zijn opgeslagen. In het eerste jaar is dat wennen, wat een gedoe. Maar als ze in het derde jaar op stage zijn zijn ze blij dat ze al een beetje voorbereid zijn op het werken in een bedrijf.

Ook tijdens een training of workshop zoek ik naar vraagstukken waar de deelnemers feeling mee hebben. Als het even kan zijn zelfs de opwarmers en oefeningen meer dan dat: een geinig spelletje blijkt een opmaat voor wat serieuzers, een schijnbaar onzinnige brainstorm is de inleiding tot uitleg over creatief denken. Hoe actiever, hoe beter: hoe meer je ergens mee bezig bent, hoe meer het blijft hangen.

Wat doe ik dan, als zij het zelf doen?

Haha, theedrinken natuurlijk! Nee: zoals je hebt kunnen lezen is het zelf laten doen door leerlingen, studenten en deelnemers niet per se minder werk. De rol van facilitator, trainer of docent is wel anders, maar het aanbieden en begeleiden van een realistische, nuttige, bruikbare zelf-doe-situatie is een hele uitdaging. Maar door dat zelf vaak te doen gaat het wel steeds makkelijker en beter.