Onderwijs via de webcam, da’s minstens net zo saai als gewoon onderwijs, toch? Saaier waarschijnlijk: je zit alleen maar naar zo’n scherm te kijken.
Nou, dat is mijn eer te na. Dus hier wat tips voor docenten en leerkrachten om meer te halen uit online onderwijs.
Het HBO mag weer “open”, maar lessen via de webcam blijven de norm voorlopig, studenten mogen alleen komen voor practica, tentamens en coaching als ze vastlopen.
1. Eis feedback
Normaal kijk je als docent naar je studenten, toch? Je controleert of ze er nog bij zijn, kijkt of ze het snappen, zoekt contact. Online is dat lastiger, zeker als mensen hun camera niet aan hebben staan i.v.m. te weinig bandbreedte of omdat ze geen webcam hebben. En nee, je zult niet van iedereen wat horen, net zoals in de klas ook niet iedereen even actief meedoet. Maar toch: eis feedback. Stel vragen en wacht op een antwoord. Vooral dat wachten is belangrijk! Online duurt reageren iets langer, en veel docenten stellen vragen waarop ze geen antwoord verwachten.
Je kunt gewoon vragen “ben ik te verstaan”, “zijn er vragen”, “is dit tot nu toe duidelijk”. Dan krijg je korte antwoorden. Jij bent goed te volgen via de webcam, ze horen je echt wel, maar na tien minuten alleen aan het woord krijg je het gevoel dat je tegen een muur praat. Dus ook voor jezelf: houd het interactief.
2. Stel veel vragen
In het verlengde van het vorige punt: vragen zetten aan tot denken. Je wilt je groep actief bij de stof betrekken! Vragen zijn daarvoor heel geschikt, omdat je onbewust gaat nadenken over het antwoord. Probeer dan ook geen ja/nee vragen te stellen (tenzij je een soort peiling wilt houden), maar vraag bijvoorbeeld: “wat weet je nog van dat onderwerp”, “wat zijn belangrijke begrippen die hier mee te maken hebben”, “waar doet dit je aan denken”. Duurt iets langer maar levert veel meer informatie op. En nee, dat is niet anders dan offline, maar omdat het allemaal zo anders is via de webcam wordt het makkelijk vergeten.
Vraag ook om feedback (hoe was deze oefening?) en om dingen waar ze graag meer over willen weten, zeker in aanloop naar een toetsperiode. Ze zijn je dankbaar 🙂
3. Uitleg buiten de les
Anderhalf uur lang naar een pratend hoofd kijken is een marteling, , zeker als dat hoofd niet naar de webcam kijkt maar naar het scherm dat ernaast staat. Martelen mag niet volgens het verdrag van Genève. Dus dat doe je niet, toch? Of denk je nu: “Maar hoe dan wel? Je moet ze toch iets kunnen uitleggen?“
Ja. Maar daar moet je je les niet aan verspillen, zeker niet nu het contact toch al op een laag pitje staat. Studenten missen de mogelijkheid om je even aan te schieten op de gang, even aan te kloppen bij je kantoor of even tussen de colleges door wat te vragen. Dus gebruik je les en je webcam voor dat contact, en doe die basisuitleg erbuiten. Flip the classroom, heette dat een paar jaar terug.
Reik ze de stof aan in de vorm van filmpjes, artikelen en links. Daarmee kunnen ze in hun eigen tempo de uitleg volgen, en jij hebt tijdens de les je handen vrij voor dat o zo belangrijke contact en voor het onder begeleiding oefenen. En ja, soms zul je zelf een filmpje moeten maken, maar over héél veel onderwerpen bestaan al hele goede video’s, los of als onderdeel van een cursus.
Bijvoorbeeld:
- Khan Academy
- Instructables (hier staan handleidingen op voor het maken van heel veel dingen, waaronder ook technische projecten met microprosessoren e.d.)
- Schooltv
- NPO Documentaires (o.a. Tegenlicht, ZappDoc)
- En uiteraard YouTube. Het kost even zoektijd, maar er staat enorm veel op.
- Ook voor allerlei rekensommen, taalproblemen, technische projecten en knutsels is uitleg te vinden van enthousiaste docenten. Even zoeken, zo gevonden!
4. Korte filmpjes
Woehoe, je hebt een schat aan beeldmateriaal gevonden en deelt het met je leerlingen. Kijk jongens, zo veel bruikbare informatie. Nouja, bruikbaar? Als je filmpjes deelt, let dan hierop:
- Lange inleidingen zorgen voor afhaken. Gaat het je om een deel van een film, geef dat dan aan (kijk van 2.14 tot 8.26) of knip zelf dat stuk eruit. (Youtube heeft hiervoor een functie om te beginnen op een bepaald punt in een video. Daarvoor klik je op delen, en dan zie je het onderaan staan: een hokje om aan te vinken dat je video niet bij het begin moet beginnen maar op ene punt dat je zelf invult.)
- Lange filmpjes zijn te lang. Liever drie filmpjes van elk vier minuten dan één van tien. En liever een filmpje van een kwartier dan van een half uur. De ideale lengte: zo kort mogelijk.
- Één onderwerp per filmpje. Dan kan de leerling zelf kijken of hij dat filmpje moet zien of niet, of het zelfs nogmaals bekijken.
- Voor de studenten en voor jezelf: geef zelf gemaakte video’s duidelijke titels, waarin je uitlegt waar ze over gaan. Dus niet “wiskunde, video nummer 24” maar “Wiskunde: uitleg logaritmische schaal”. Voor de studenten fijn omdat ze dan weten waar ze over gaan, voor jezelf fijn omdat je dan makkelijk kunt terugvinden in welk filmpje je die logaritmische schaal nou had uitgelegd.
- Doe bij de links een beschrijving: in deze video zie je voorbeelden / wordt uitgelegd hoe / vertelt een manager over haar werk. Ook dat helpt de studenten kiezen hoe ze kijken.
5. Gebruik de brainstormfunctie(s)
Veel programma’s voor online lesgeven hebben functies waarmee je interactie mogelijk maakt. Gewoon binnen het programma, zonder extra apps of zo! Ideaal om leerlingen te laten reageren. Ga bijvoorbeeld op zoek naar:
- de functie waarbij niet alleen de moderator op het scherm kan schrijven of typen, maar alle aanwezigen tegelijk
- de functie waarmee een deelnemer zijn werk kan presenteren vanaf de eigen computer
- de “poll”-functie waarmee je snel een peiling kunt houden onder de aanwezigen (Voorbeeld: ik vertelde gisteren iets over handleidingen en ter illustratie mochten ze zeggen of ze die lezen ja of nee: zij betrokken, ik mijn punt (lang niet iedereen leest die dingen) gemaakt.)
- de aparte-ruimtes-functie waarmee je deelnemers in groepen kunt laten werken
6. De chat
Bij games communiceren deelnemers via de chat. Als je een webwinkel een vraag wilt stellen: de chat. De bank? Chat! Sociale media? Nouja, je snapt me.
Jongeren bellen niet, die appen. Die typen snelle berichtjes. Ik hoor graag hun stemmen, maar ze moeten echt een drempel over om die microfoon aan te zetten. Anders dan in de klas, waar ze een heel arsenaal aan signalen hebben om aan te geven dat ze iets willen zeggen of vragen, is er nu alleen “ineens beginnen te praten”. (En virtueel handopsteken, als je dat gebruikt, maar ook dat kent weinig nuance.)
Maak het ze makkelijk! Zet de chat open (dat kan in elk geval in BigBlueButton, MS Teams, Skype en Zoom) en laat ze daarin reageren. Je kunt gewoon terugpraten, zij hebben zelf de chat ook open staan dus ze weten waar je het over hebt, zeker als je het benoemt (“ik zie hier de vraag van Mark, ja, klopt Mark, Prinses Beatrix was eerst Koningin Beatrix”).
Het is wennen, maar het is wel sociaal: je zult ook leerlingen hebben die in een drukke kamer zitten, die schamen zich dood als iedereen ineens hun kleine broertje hoort gillen. Vandaar ook dat je ze niet moet dwingen hun webcam te gebruiken, en genoegen moet nemen met “die is stuk” ook als dat bij opvallend veel mensen zo blijkt te zijn.
7. Spullen laten zien
Als ik bij een (afstudeer)presentatie zit en degene die presenteert heeft spullen meegenomen om te laten zien, dan ben ik daar zo blij mee! Het geeft de presentatie een hele fijne dynamiek, degene die staat te vertellen staat minder opgelaten voor het bord en het is didactisch ook erg goed: niet alleen maar praten. De koning van het “dingen laten zien” is natuurlijk Freek Vonk, zoals in dit college over superzintuigen.
Dat ben je vast met me eens. Nou, dan doe je dat dus ook online! Leg spullen buiten beeld klaar en laat ze zien. Controleer in beeld of je het goed voor de webcam houdt. Om details te kunnen zien moet je het héél stil houden, anders is het beeld niet scherp. Of gebruik deze truc:
Truc: de tafelcamera
Zoals ik al eerder schreef, ik leer momenteel studenten tekenen online. Dat was even zoeken, maar intussen heb ik een mix gevonden van opdrachten met (zelf gemaakte of gevonden) instructiefilmpjes en voorbeelden erbij, en online lessen voor uitleg, vragen en oefenen.
Daarvoor gebruik ik een tweede camera, die gericht is op mijn bureau. De truc die ik daarvoor gebruik: ik zorg dat ik de beelden van die camera kan zien in een app (op mijn computer heet die app “camera”). Vervolgens deel ik het beeld van die app op mijn presentatiescherm in BigBlueButton of Teams. Op die manier kunnen de studenten zowel mijn hoofd als mijn handen en tekenwerk zien, dat communiceert prettiger dan wanneer ze alleen mijn handen konden zien.
8. Webcam en microfoon wél aan
Allemaal de camera aan vreet bandbreedte, dus voor grote groepen is dat niet handig. Ook is het onrustig om allemaal de microfoon aan te hebben. En sommige studenten kunnen of willen ook niet gehoord of gezien worden, misschien hebben ze hun lelijkste trui aan maar misschien schamen ze zich voor hun thuissituatie. Dus respecteer dat.
Maar: probeer het wel. Als studenten de vraag krijgen hun werk te laten zien of de resultaten van hun groep te presenteren, is dat een motivatie om daar extra hun best voor te doen. En als de microfoons eenmaal aan zijn geweest is de drempel om hem nog een keer te gebruiken al een stuk lager.
9. Individueel presenteren
Je hoeft niet alleen te zenden, je hoeft niet alleen vragen te stellen aan de hele groep. Net als in het echt kun je beurten geven, vragen wat de mensen die nog niets ingebracht hebben er van vinden, individuele presentaties laten houden. Dus gebruik dat! Zie ook het vorige punt. behalve dan dat je ook kunt presenteren zonder camera of microfoon: bij alle programma’s voor online bijeenkomsten kun je als moderator iemand anders het scherm geven voor een presentatie. Prima geschikt voor de uitwerking van een opgave bijvoorbeeld, of een ingevulde tabel.
10. Welkoms- en afscheidsritueel
Hoe begin jij normaal een les? Welkom allemaal, laten we beginnen? Of klets je eerst even met iedereen, hoe was je weekeinde, hoe gaat het met het project? En als je klaar bent: Zijn er nog vragen? Tot volgende week? Of ren je weg omdat je weer bent uitgelopen, whiteboard niet uitgeveegd, als er nog vragen zijn mail me maar?
Ook online heeft een les een begin en een einde. En dat mag je best markeren met een vast ritueel. Dat geeft de studenten houvast. En het maakt jou en jouw les herkenbaar in een brei aan online colleges. Het voelt vertrouwd voor de studenten: dat lijkt me iets dat ze nu heel hard nodig hebben!
Ik typ een paar minuten voor mijn college begint altijd alvast iets in de chat, iets van “goed weekeinde gehad?” of “lekker weer hè, vandaag?” Vlak voor de les begint zet ik mijn camera en microfoon aan, en stel een vraag aan de groep. En ik begin op tijd, met een inleiding op wat we gaan doen, dus als een student iets te laat inhaakt heeft hij nog niet veel gemist maar de studenten die op tijd zijn hoeven niet te wachten. Aan het eind zeggen mijn studenten en ik elkaar gedag, allemaal, één voor één in de chat of via de microfoon. Kleine dingen, maar ze helpen.
Heb jij nog tips en ideeën voor leukere/betere online lessen? Ik hoor ze graag! Als ik zelf nog meer tegenkom zal ik ze hierbij zetten.
Ik schreef overigens al eerder over online onderwijs, heel veel links met didactische tips vind je in Online onderwijs overwegingen , wat luchtiger bespiegelingen vind je in Praktische dingen leren van een scherm