Moestuinleren

Mijn oudste mocht ooit een seizoen meedoen met de schoolmoestuinen in speelhof Hoogerzael. Moestuinleren, dat gun ik elk kind! Vooruit: iedereen. Hier thuis is dat geregeld: ik heb een moestuin aangelegd. Niet te groot, puur voor het plezier. (Voor de moestuiniers onder ons, ter illustratie van hoe groot/klein mijn bedden zijn: ik wilde pootaardappels kopen: die komen per 500 gram, weet je hoeveel dat er zijn en hoeveel ruimte je daarvoor nodig hebt? ik wilde er maar twee of drie…) En hoewel het mijn project is, doen de kinderen graag mee. De voorwaarden zijn ideaal: ze hóeven niet, ze mógen. Maar gieten is leuk en kleine en grote plantjes toch best interessant. Zelf geplukte tomaatjes duidelijk lekkerder dan die uit de winkel. En die beestjes…

Daarom: een pleidooi voor moestuinleren. Het mag ook een bloementuin zijn, of een balkon met een plantenbak.

Buiten zijn

Tenzij je alleen maar overdekt tuiniert (wat onwaarschijnlijk is): moestuinieren is buiten zijn. Buiten zijn is goed voor je, zeker in een tijd dat veel werk en onderwijs achter een scherm moet worden gedaan. Naar groen kijken is rustgevend en verlaagt stress. Daglicht is fijn. En het is best aardig om te vóelen wat voor weer het is, in plaats van het alleen te zien door je raam of op de Buienradar.

De zintuiglijke ervaring

Over voelen gesproken: de moestuin doet een beroep op al je zintuigen:

  • met een beetje mazzel is er alt8u iets te proeven
  • er is véél te zien en je moet op verschillende manieren kijken: van heel globaal (tijd om water te geven!) tot heel precies: is dit sprietje onkruid of iets dat ik heb gezaaid?
  • een gezonde tuin zoemt, kwettert, ruist: er is veel meer te horen dan je denkt, het is wel rustig, maar zéker niet stil
  • mest stinkt, goede compost niet, blaadjes herken je door erover te wrijven en dan aan je vingers te ruiken
  • voelen: vieze handen krijgen, potgrond plakt juist niet aan je handen, is de grond droog of niet, sommige blaadjes zijn zacht, andere stevig, en er zijn er ook die prikken

Sociaal

Samen kleine klusjes doen schept een band. De sfeer is ontspannen, papa of mama heeft tijd, je kunt lekker kletsen. Je werkt samen, geeft elkaar spullen aan. Maar het mooie is: niets heeft haast! Álles kan wachten, OK, behalve water geven op een warme dag. Maar ook dat kan best een kwartier later. Dus er is tijd voor vragen, voor onderzoeken, voor het geduldig naar een veilig plekje begeleiden van een beestje. Dat is fijn voor de kinderen, maar ook fijn voor de ouder: kinderen zijn op hun best hoor, als ze je vrijwillig aan het helpen zijn! 

Geduld en loslaten

Je zult geduld moeten hebben, ook al zaai je radijsjes of spinazie of ander snelgroeiend spul. Ik probeer het wel hoor, de plantjes de grond uit kijken, maar ik geloof niet dat het wat uitmaakt. Je gaat dus anders kijken: kleine stapjes. Hé, een sprietje. Kijk, nog twee blaadjes. Hé, wat zie ik daar? Een kind leert al snel: onrijp geplukt is echt niet zo lekker!

Maar het is een prettig soort geduld. Geen spanning, niet afwachten voor iets groots als Sinterklaas of een verjaardag, het is allemaal klein. Mislukt er iets, dan is dat geen enorme teleurstelling, ook dat is klein. Hapjes uit de radijzen, een tomaatje dat niet op tijd rijp is voor de winter toch echt invalt: klein leed. Veilig om mee te oefenen.

Ook is het een oefening in loslaten. Je kunt je een slag in de rondte plannen, altijd teveel zaaien, dagelijks wieden en slakken de tuin uit begeleiden: het is toch een verrassing wat er gebeurt. Iets slaat ineens fantastisch aan, of van de tien zaadjes ontkiemt er maar één. Die grote courgette is de volgende dag ineens half rot of opgegeten. Bij mij kwam ineens een aardappelplant op uit een klein aardappeltje dat op de composthoop was beland. Loslaten en afwachten!

Natuur

Door het bezig zijn in de moestuin leert een kind over de natuur. Moestuinleren: er zijn verschillende soorten plantjes en die hebben allemaal eigen voorkeuren, een eigen manier van groeien, een eigen manier van voortplanten. Er zijn beestjes die fijn zijn voor de planten, en beestjes die schadelijk zijn voor de planten, maar gezonde planten kunnen veel hebben! Je kunt zien of een plant blij is of dat er iets mis is. Je kunt de beestjes die je in de tuin wilt hebben verleiden naar je tuin te komen: maar waarmee dan?

Een moestuin is natuur op een postzegel. Maar je zult met de natuur mee moeten werken: je kunt nog zo hard willen dat een plantje groeit, als het niet heeft wat het nodig heeft gebeurt er niet zoveel. En dat is leerzaam, want zo gaat dat in de vrije natuur ook: kijk maar in een bos: sommige planten staan graag in de schaduw, andere hebben zo nodig. Op de plekken waar het droog is groeien andere planten dan aan de rand van een watertje. En kijk: ook in het bos vreten kleine en grote beestjes aan de planten! Door de moestuin krijg je er oog voor.

Boekentips voor moestuinleren

Voor volwassenen

  • De Moestuin van Mme Zsazsa, een jaar zaaien, koken en proeven door Kim Leysen. Een dik en duur boek, maar met véél nuttige informatie en tips en heel gezellig geschreven.
  • Als je echt álles wilt weten over moestuinieren, dan is het “Handboek Ecologisch Tuinieren” een aanrader. Maar ook dit is dik en duur en het bevat zóveel informatie dat het je kan overdonderen. Ben je lekker aan het rommelen met je plantjes stuit je op bladzijdes vol met alle mogelijke plagen en ziektes die die plantjes kunnen gaan krijgen…
  • Diervriendelijk tuinieren, richt je tuin in met respect voor de natuur door Adrian Thomas . Niet makkelijk aan te komen, misschien zijn er ook andere goede boeken over. Als je met kinderen in de tuin aan de slag bent een aanrader: beesten welkom heten. Wij hadden een broedpaar roodborstjes dit jaar, die insectjes kwamen pikken als je ging harken: er werd hier met veel plezier geharkt, hoewel dat niet meer nodig was. Dat daarbij mijn pas gezaaide maïs werd weggeharkt is een bedrijfsongevalletje, ik denk dat de merels die korreltjes erg lekker hebben gevonden.
  • Op mijn verlanglijstje: Tuinieren voor de geest, Hoe we gelukkiger worden van zaaien, wieden en snoeien, van Sue Stuart-Smith. Je leert er niet van tuinieren, maar het lijkt me wél heerlijk om te lezen. Op een bankje in de tuin natuurlijk!

Voor kinderen

  • De Groene Hemel kindertuinen door Bert Ydema. Bert tuiniert (tuinierde?) tientallen jaren met kinderen in schoolmoestuinen, en laat zien wat je allemaal tegenkomt bij het tuinieren.
  • Bloemenboek van Dick Bruna was het eerste tuinboek van mijn kinderen. Er staan plaatjes in van veel voorkomende bloemen. Niet voor de moestuin dus, maar wel heel leuk.
  • Ik weet niet goed welke andere boeken geschikt zijn voor tuinieren met de kinderen, maar ik vond dit lijstje, en ben met name benieuwd naar het boek van Noëlle Smit (álles wat zij tekent vind ik tot nu toe geweldig, het plezier spat van de pagina’s), “De moestuin van Sophie” en “het moestuinboek van Meester Jan”.

PS Ik schreef al eerder over inspiratie uit de tuin: Groene inspiratie van tussen de planten