Een omgeving die leren ondersteunt

Lege open ruimte met witte muren, ramen, pilaren en ene houten vloer. Copyright Christopher ThiemetDe visie van Reggio Emilia, ontwikkeld door Loris Malaguzzi, zegt dat een kind wordt onderwezen door drie pedagogen*:

  1. de volwassenen
  2. andere kinderen
  3. de omgeving

Die visie gaat uit van zelfontdekkend leren, daar kun je het al dan niet mee eens zijn, zie ook Aha: niet ontdekkend, maar gesitueerd leren. Maar ook als je het er niet mee eens bent zit er een hoop waardevols in de Reggio Emilia-pedagogiek. Zoals die derde pedagoog. Een goed ingerichte omgeving stimuleert en faciliteert het leren.

In mijn zoektocht naar manieren om creatief denken te stimuleren kwam ik op het boek “The Third Teacher”*. Dat gaat over die fysieke leeromgeving. Het is opgehangen aan 79 tips om die omgeving te verbeteren, en die zijn weer onderverdeeld in hoofdstukken. Er staan interviews in, bijvoorbeeld met Sir Ken Robinson (als je hem nog niet kent, kijk vooral zijn TED Talks!) en met uitvinder James Dyson. Ook veel voorbeelden, van verschillende onderwijsniveaus. En, wat ik zelf erg tof vind, korte stukjes tekst waarin wetenschappelijke principes worden uitgelegd.

Ik pik er een paar ideeën uit, die mij bijzonder aanspreken:

Tip 11: Make it new

“Look at your learning space with 21st-century eyes: Does it work for what we know about learning today, or just for what we knew about learning in the past?” (blz. 56) In het boek wordt met enige ironie opgemerkt dat een leerkracht uit de Victoriaanse tijd zo zou kunnen instromen in het huidige systeem. Misschien even wennen aan het Smartboard, maar verder… Er is intussen veel onderzoek gedaan naar wat wel en niet werkt om mensen te laten leren. Maar dat zie je nog lang niet altijd terug in de onderwijsgebouwen. Ook niet in de nieuwere. Dus vandaar deze tip: kijk eens naar de onderwijsomgeving vanuit wat we weten over goed onderwijs. Klopt die omgeving dan wel?

Tip 15: Display learning

Laat het werk van leerlingen zien. Hang het aan de muur. Zo kun je als docent hun vooruitgang zien, maar ook kunnen studenten elkaars werk zien, en kunnen anderen het werk zien. Praten over wat je leert ondersteunt het leren. Andere mensen vertellen over wat je doet vergroot de betrokkenheid van die andere mensen, en vergroot je eigen motivatie. En studenten kunnen alleen van elkaar leren als ze van elkaar kunnen zien wat ze doen: dus haal dat werk uit die computer!

Persoonlijk zie ik liever onaf en schetsmatig werk waaraan ik kan aflezen welk pad studenten hebben gevolgd dan de opgepoetste verslagen die ik vaak krijg. Bij een eindresultaat ben ik als docent te laat: ik wil dat proces zien, daarin kan ik studenten helpen. Schetsen aan de muur helpen mij met het overzicht, veel meer dan een mapje in Google Docs dat kan. En ik denk dat dat voor studenten ook geldt.

(Zie ook tip 6: Open the doors. Over werk van studenten tentoonstellen en de buitenwacht uitnodigen om te komen kijken.)

Maria Montessori en het belang van beweging

Maria Montessori, ja, die van de Montessorischolen, was een onderwijshervormer. Zij had bijvoorbeeld als één van de eersten door hoe belangrijk beweging was voor het leren. In haar tijd (en nu ook nog vaak) werd gedacht dat je òf fysiek actief kon zijn, òf kon leren. Bij leren moest je stilzitten. Zij observeerde kinderen en concludeerde dat de mentale ontwikkeling was gerelateerd aan beweging, en ervan afhankelijk was. Dus bewegen is goed, en belangrijk voor het leren. Zie je dat terug in de klaslokalen die je kent? Soms wel, vaak niet, gelukkig wel steeds vaker.

Tip 20: Make peace with fidgeting

Gewriemel en gewiebel blijkt in hersenonderzoek niet af te leiden van het leren, maar juist het leren te ondersteunen. Dus zolang een leerling een manier om te bewegen vindt die zijn klasgenoten niet teveel in de weg zit is het juist goed dat er wordt gewriemeld. (Ik heb een zoon die als kleuter rondjes liep terwijl hij een verhaal vertelde. Het was een wat ongewoon beeld, maar al wandelend vertelde hij een complex en samenhangend verhaal. Juist door het lopen kon hij zich concentreren. Gelukkig had hij een kleuterjuf die dat begreep!)

Tip 23: Make classrooms agile

Wanneer je een ruimte wilt inrichten voor innovatie, is misschien wel de eerste stap overal wielen onder te schroeven. Zo wordt de ruimte aanpasbaar aan het proces: er kan worden gebrainstormd, in groepjes gewerkt, overlegd… Ditzelfde geldt voor onderwijsruimtes. Onderwijs is tegenwoordig, als het goed is, een afwisselend proces. Werk in groepjes, overleg in tweetallen, een presentatie, een gezamenlijke evaluatie: verschillende werkvormen helpen samen de onderwijsdoelen te bereiken. Wat zou het dan mooi zijn als al het meubilair flexibel genoeg is om dit te faciliteren!

Onderwijs is het echte leven

Ken je het Afrikaanse spreekwoord “It takes a village to raise a child”? De omgeving van een kind maakt enorm uit voor hoe een kind zich ontwikkelt. Een school zou dan ook geen fort moeten zijn, met een duidelijke grens tussen binnen en buiten: hij zou deel moeten uitmaken van de gemeenschap. Onderwijs is niet voor later, het maakt deel uit van het leven nu. Mooi geformuleerd door John Dewey: “I believe that the school is primarily a social institution… I believe that education, therefore, is a process of living and not a preparation for future living.” (blz. 108)

Tip 38: Make them proud

‘The rich cultural traditions of a school’s students offer design opportunities. Embracing them is a mark of respect that tells students that where they come from matters as much as where they’re going to.”(blz. 127) Ik ben een groot voorstander van “bring your whole self to work”: wie je (nu al) bent is belangrijk. Dat geldt voor volwassenen, die hun drijfveren, achtergrond en kennis van andere disciplines meenemen. Maar dat geldt ook voor studenten en leerlingen: ze zijn niet blanco, ze zíjn al iemand. En die is in zijn geheel welkom.

Tip 54: Think hands-on en tip 72: Put theory into practice

OK, deze tips had ik ook kunnen geven zonder dit boek, maar het blijft waar: elk kind heeft het nodig om te leren door met zijn handen dingen aan te raken, te manipuleren en maken. En leerlingen moeten ideeën kunnen testen. Zie ook Waarom iedereen zelf dingen moet kunnen maken.

Fouten maken moet

Uit het interview met James Dyson: “Children should be marked on how many mistakes they make. Someone who gets it right the first time isn’t learning anything.” (blz. 226) Mijn dochter was laatst trots: ze had haar rekenwerk foutloos gemaakt. Dat gunden we haar natuurlijk. Maar we hebben haar, samen met haar leerkracht, ook uitgelegd, dat als je geen fouten maakt, je misschien iets doet dat te makkelijk voor je is, en dat je daar niet zoveel van leert. Juist als je iets doet dat je een beetje moeilijk vindt leer je. Fouten maken hoort er dan bij, en dáár krijgt ze van ons ook complimenten voor.

Tip 75: plan for the unknown

Open deur misschien, maar belangrijk: nieuwe technologieën bieden nieuwe mogelijkheden voor het onderwijs. Dus zorg dat de leeromgeving de docenten in staat stelt hun methodes en verwachtingen bij te stellen als de technologie verandert. (blz. 233) Dat is lastig, want je weet niet wat er verandert. Maar flexibiliteit inbouwen is hoe dan ook een goed idee.

Ik hoop dat je de reis die ik door dit boek heb gemaakt een klein beetje hebt kunnen volgen aan de hand van deze polaroids!

*Zie ook de website bij het boek “The Third Teacher”. Één van de partijen achter dit boek is Bruce Mau Design, Bruce Mau schreef o.a. het “Incomplete Manifesto for Growth”.