Brief aan mijn stagiair

Handgeschreven aantekeningen van een student, met een bril er bovenop. Copyright foto: Jenny RolloBeste stagiair,

Binnenkort gaan we samen een bijeenkomst leiden. Ik heb er erg veel zin in, ik hoop jij ook.

Je zei dat je het spannend vindt. Dat is prima, zolang je je er ook maar op verheugt. Elke bijeenkomst, training of workshop is weer anders, dus dat ís ook best eng. Leuk spannend: een beetje zoals een achtbaan. Je gilt of knijpt je ogen dicht als je er in zit, maar als het is afgelopen wil je nog een keer.

Elke facilitator is anders…

Jij bent mij niet, en dat is maar goed ook. Ik ken veel facilitators, en ze zijn allemaal verschillend. Gelukkig maar. Er zijn handigheidjes: zo leerde ik de flipover zo neer te zetten dat ik kon schrijven en mensen aankijken tegelijk. Da’s nooit weg. Maar veel kun je ook weer níet afkijken, het moet bij je passen. De ene facilitator improviseert alles, de andere niets. Er is geen “beste manier”. Ik denk wel dat niet elke bijeenkomst op dezelfde manier te benaderen is, dus soms is de ene facilitator geschikter dan de andere. En een goede facilitator kan zijn stijl aanpassen al naar gelang de bijeenkomst, maar altijd passend bij zijn of haar persoonlijkheid.

…En dit is mijn zwakke/sterke punt

Ik heb de neiging te afwachtend te zijn, pas laat in te grijpen als er bijvoorbeeld een discussie ontstaat terwijl dat niet de bedoeling is. Dat kan andere facilitators op de zenuwen werken (sorry alvast), maar het komt wel goed. Het heeft ook een positieve kant, ik trek weinig aandacht als dat niet hoeft. Ik leidde eens een vraaggesprek, en een deelnemer zei na afloop: “de energie was niet bij jou, maar bij het gesprek, en ik zág de energie van de ene spreker naar de andere gaan”.

Creativiteitstechnieken zijn krachtig, mits goed gedoseerd

Jij hebt net als ik een rugzak vol met de meest exotische creativiteitstechnieken. Het is verleidelijk die helemaal om te kiepen en er zoveel mogelijk van te gebruiken. Maar weet je: heel vaak ligt onze toegevoegde waarde vooral hierin:

  • voorwaarden scheppen voor het noemen van ongewone ideeën, voor naar elkaar luisteren, voor een gesprek waarin iedereen aan bod komt
  • goed luisteren, en doorvragen en benoemen: hé, je zegt dit, waarom? En: jullie zeggen het niet met elkaar eens te zijn, waar zit het verschil van mening?
  • resultaten zichtbaar maken door ze voor iedereen zichtbaar op te schrijven, door fysiek met ideeën te schuiven, door wanden vol post-its, flipovervellen en tekeningen

Die creatieve technieken moeten we gedoseerd gebruiken: de deelnemers mogen best denken “zoiets doe ik normaal nooit”, maar niet “zoiets ga ik dus echt nooit doen”, want dan zijn we ze kwijt. Een goed gekozen werkvorm levert een schat aan nieuwe inzichten en ideeën op, áls we de deelnemers weten te verleiden mee te doen. Daar moeten we dus nog wel even op puzzelen!

 Met zwembandjes in het diepe

Ik ga je aan het werk zetten hoor! Ik ben benieuwd naar jouw ideeën, en ik ga je gewoon in het diepe gooien. Met zwembandjes: ik ken de risico’s en zal je wel laten trappelen, maar nooit laten verzuipen. Ik zal je vertellen en misschien voordoen hoe je kunt zwemmen, maar het zwemmen zul je toch echt zelf moeten doen!

Dankjewel dat ik van je mag leren

Vertel me wat jij anders zou doen. Spreek me aan als ik iets fout doe. Vraag alles wat je wilt weten.

Wist je dat je het meest leert door wat je wilt leren te onderwijzen aan iemand anders? Dankjewel dus alvast, voor deze les!

Ik wens je veel inspiratie,

Femke