Uitvinders opleiden, kan dat?

Mature man reading old book surrounded by heaps of books, uitvinder? copyright foto: Mikhail Lavrenov

Momenteel lees ik “De uitvinders: hoe een groep hackers, genieën en nerds de digitale revolutie ontketende”, van Walter Isaacson. Walter Isaacson schreef eerder een biografie over Steve Jobs, dit boek gaat over een serie met elkaar samenhangende uitvindingen, vanaf de eerste computers tot de huidige stand van het internet e.d.. Nou geef ik zelf les in product engineering, en ik vroeg me af: kun je mensen opleiden tot uitvinder? Wat zou daar voor nodig zijn?

Ik pretendeer niet het antwoord te weten, maar aan de hand van verschillende kenmerken van uitvinders laat ik je zien welke overwegingen mij belangrijk lijken. Een tipje van de sluier: drie van de vier belangrijkste eigenschappen van een uitvinder zijn te trainen!

Uitvinders: wie zijn dat?

In stripverhalen en populaire films zijn uitvinders een soort geniale kluizenaars, die wat aanrommelen in een donker kamertje totdat ze opeens een licht opgaat: “Eureka!”. Ineens, uit het niets, hebben zíj een oplossing voor een groot probleem waar al vele geleerden zich op hebben stukgebeten. Komt dit overeen met de werkelijkheid? Nee.

In de praktijk is vaak niet duidelijk wie een uitvinding heeft gedaan, omdat een uitvinding meestal teamwerk is. Ook is er niet één moment aan te wijzen dat de uitvinding er “ineens” is: een uitvinding bestaat meestal uit een serie deeloplossingen die samen een slim product of concept vormen. Die deeloplossingen zijn vaak niet zo opzienbarend. Het is de combinatie ervan die briljant is. En omdat de deeloplossingen niet wereldschokkend zijn en er vaak wordt voortgebouwd op andermans ideeën duiken vergelijkbare uitvindingen vaak gelijktijdig op meerdere plekken op.

Thomas Edison zei: “Genius is one percent inspiration, ninety-nine percent perspiration” (Thomas Edison, 1903, via Wikiquote). En ook dat is belangrijk: uitvindingen doen is hard werken. En je hebt er een lange adem voor nodig. De uitvinding zélf is vaak het resultaat van veel voorwerk, onderzoek en experimenteren. En daarna is het werk nog niet klaar: na een geslaagd experiment of model begint het uitwerken pas. Details uitwerken kan bijzonder eentonig zijn, maar het hoort er wél bij wil een uitvinding succes hebben.

Dus, wat zou een uitvinder moeten leren?

1. Creatief denken & eigenwijsheid

Een potentiële uitvinder heeft een lenige geest nodig: zij moet

  • zich dingen kunnen voorstellen die er nog niet zijn
  • ideeën kunnen combineren uit verschillende vakgebieden
  • gedachtensprongen kunnen maken
  • een zekere tolerantie hebben voor chaos of onduidelijkheid

Gelukkig is creatief denken te trainen, hoewel het zich wat lastig laat inpassen in een onderwijscultuur die gewend is dat er voor elke vraag precies één goed antwoord bestaat.

Hieraan gekoppeld: een uitvinder die al te makkelijk achter andermans ideeën aanloopt komt niet ver. Voor uitvindingen is originaliteit nodig. Uitvinders moeten een beetje eigenwijs zijn. Ook dat is te trainen. Daarnaast helpt het om een organisatiecultuur te creëren waarin originaliteit wordt gewaardeerd. Waar fouten gemaakt mogen worden. (Origineel en eigenwijs zijn niet hetzelfde als sociaal onaangepast: uitvinders die zich asociaal gedragen komen niet ver bij teamwerk.)

2. Word een superspecialist met brede interesse

Als mensen een uitvinding doen en hem opzoeken op internet of bij het octrooibureau blijkt hij vaak al eerder uitgevonden te zijn. Dat is logisch, omdat je nu eenmaal voortbouwt op de kennis die je hebt. Dus tenzij je een specialist bent in een bepaald vakgebied is de kans dat je een radicale innovatie kunt doen niet zo groot. Anderen weten gewoon meer.

Dus: stap 1: zorg dat je ergens specialist in bent. Liefst in twee vakgebieden trouwens, want daarmee beschik je over kennis die slechts weinig mensen hebben. Deze stap lukt over het algemeen wel in het onderwijs, hoewel “gewoon” een studie “doen” eigenlijk niet ver genoeg gaat. Je moet verder de diepte in.

Stap 2 is vervolgens héél goed om je heen kijken: je hebt een basale kennis nodig van véél andere onderwerpen en vakgebieden. Het helpt als je een brede interesse hebt. Dat is wat lastig te onderwijzen, het is eerder vorming dan educatie. Zaken als Studium Generale en een levendige (studenten-)cultuur helpen hier bij, evenals een gunstige thuissituatie. (Waarbij gunstig niet hetzelfde is als welvarend! Het gaat om de veelheid aan prikkels en ervaringen.)

Dit ideaal van een specialist met brede ontwikkeling wordt ook wel “T-shaped” of “umbrella-shaped” genoemd.

3. Communicatie

Een uitvinder moet zich kennis snel eigen kunnen maken en verbanden kunnen leggen. Ook moet zij kritisch zijn en informatie kunnen wegen. En tot slot moet ze haar ideeën aan anderen kunnen uitleggen. Alleen zo kan een vruchtbare kruisbestuiving ontstaan tussen de ideeën van verschillende mensen en groepen.

Is dit aan te leren? Een beetje talent helpt wel, maar dit is zeker ook te trainen. Je komt hier op het gebied van de 21st century skills. (In het kort: In onderwijsland wordt steeds beter begrepen dat studenten náást kennis ook vaardigheden moeten opdoen waarmee ze zijn toegerust voor de toekomst. Kennis verandert, daar moeten ze mee om kunnen gaan.)

4. Uithoudingsvermogen en vasthoudendheid

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat voor succes in het leven “grit” de meest bepalende karaktertrek is. Dat laat zich vertalen als vasthoudendheid. Bijten en niet loslaten. Helaas lijkt deze eigenschap nauwelijks te trainen: je hebt het of je hebt het niet. Als je niet bereid bent je ergens in vast te bijten en er mee door te gaan als anderen al lang gestopt zijn dan wordt het lastig een uitvinder te worden.

Conclusie: het kan, deels

Kan het, mensen opleiden tot uitvinders? Grotendeels wel:

  • Creatief denken is te trainen, eigenwijs durven zijn ook. Een goede organisatiecultuur helpt.
  • Jezelf specialiseren kan in principe iedereen, mits je over genoeg uithoudingsvermogen beschikt.
  • Een brede interesse is te stimuleren, maar stimuleren biedt geen garanties.
  • Communicatie kan getraind worden.

Vasthoudendheid en (mentaal) uithoudingsvermogen zijn lastiger te trainen, misschien wel helemaal niet. Wellicht moeten we mensen selecteren op vasthoudendheid als we op zoek zijn naar de nieuwe lichting vernieuwende denkers? Nee: wat jarenlang  lezen over uitvinders en uitvindingen mij leert is dat er zoveel verschillende uitvinders zijn dat het zonde zou zijn ze in één mal te laten passen.

PS Misschien vind je dit ook interessant: Lezen over creativiteit en innovatie.