Basiscursus brainstormen, les 3 (slot)

Na de belangrijkste aandachtspunten van het brainstormen (les 1) en het bedenken van ideeën (les 2) tot slot deze derde keer een toelichting op het kiezen van ideeën.

Ideeën kiezen

Een keuzediagram. Copyright afbeelding: Svilen MilevJe zou nu alle stomme ideeën kunnen gaan wegstrepen, net zolang totdat je op het gewenste aantal uitkomt. Dat is af te raden. Het is niet zo leuk, nadat je net alles heel positief hebt gedaan. Bovendien is het waarschijnlijk meer werk dan het maken van een positieve keuze: welke ideeën zijn het beste?

Als je een positieve keuze maakt, dan vallen de onbruikbare of onhaalbare ideeën vanzelf af, net als de ideeën die nergens op sloegen maar wel heel grappig waren. Bovendien zit je niet met allemaal gekrenkte ego’s vanwege afgekeurde ideeën. Dus maak een positieve keuze.

(En zoals gezegd: wegstrepen is veel werk, omdat we zo veel mogelijk ideeën hadden lopen bedenken hè! Elke losse associatie, elk gedachtensprongetje, elk opstapje heeft zijn waarde in dat proces. En de meeste ideeën alleen maar in dat proces.)

Stippen zetten: handig!

Stippen zetten is een fijne methode om met een groep ideeën te kiezen. Iedereen zet een aantal stippen (bijvoorbeeld 3, of 2 per onderwerp, of…) bij de ideeën die hem of haar aanspreken (of die hij of zij bruikbaar/spannend/betaalbaar/geschikt voor de leeftijd vindt, geef een duidelijke opdracht!). In principe verdeel je de stippen over verschillende ideeën, maar je kunt ook afspreken dat je meerdere stippen bij een idee mag zetten. Aan het eind kijk je welke ideeën de meeste stippen hebben gehad. Kun je er daarna alsnog over gaan onderhandelen als je dat wilt.

Wat je ook kunt doen: Ieder kiest het idee dat hem of haar het meest aanspreekt en werkt dat iets verder uit, daarna beslist de hele groep welke ideeën worden uitgevoerd. Voordeel: motiverend, goed bruikbaar als er meerdere ideeën kunnen worden uitgewerkt. Nadeel: als een idee afvalt is dat jammer voor degene die het heeft uitgewerkt.

Na het kiezen ga je ofwel verder met het bedenken van meer ideeën (hoe kun je het gekozen thema uitwerken bijvoorbeeld) of je gaat afspraken maken over wie wat gaat doen.

Meer ideeën voor het kiezen vind je bij de werkvormen.

Kiezen of clusteren?

Om de hoeveelheid ideeën te verminderen kún je meteen gaan kiezen. Maar je kunt ook eerst clusteren: ideeën die bij elkaar horen bij elkaar leggen of hangen. Vaak gebeurt dat al bij het ophangen van de ideeën, soms moet je er wat extra tijd aan besteden.

Als je vervolgens gaat kiezen, kun je gebruikmaken van de clusters:

  • Laat iedereen een idee kiezen uit elk cluster.
  • Kies eerst een cluster, en dan binnen het gekozen cluster een idee. (In twee rondes dus.)
  • De deelnemers kiezen de ideeën die ze het meest aanspreken. Het cluster waar de meeste ideeën uit gekozen zijn wordt verder uitgewerkt.

PS Netjes afsluiten

Hoe je de sessie verder ook plant, met afspraken maken vooraf of achteraf, aan het eind moet je de boel goed afronden. Lekker gewerkt, nu netjes afsluiten: neem de tijd om even na te praten, zorg dat iedereen gehoord wordt! Iedereen is moe, dus het hoeft niet lang te duren. Laat de mensen bijvoorbeeld in één, twee of drie woorden hun reactie geven, of laat ze een smiley of plaatje kiezen dat hun stemming laat zien. Bedank de deelnemers, bijvoorbeeld met iets lekkers.

Succes!