Zo’n Miepje van 27…

Young woman
Copyright Anton Belovodchenko

Druk met een opleiding om mijn vaardigheden en kennis als facilitator nog verder te vergroten kreeg ik afgelopen week onverwachts een gratis “reality check”.

Ik raakte aan de praat met twee dames die mij niet goed kenden en die niet wisten wat mijn beroep was. Beiden werkten in het onderwijs.

Ze vertelden over de workshops waaraan ze van hun leidinggevenden moesten meedoen. Niet hun hobby, werd al snel duidelijk.

“Dan moet je weer zo’n voorwerp meenemen om je voor te stellen. Nou, ik bepaal zelf wel wat ik doe, ze kunnen me nog meer vertellen.” en: “En dan moet je in dàt hoekje gaan staan als je je zó voelt… Daar doe ik niet aan mee hoor!” Wat een onzin dus. En om het nog erger te maken: “En dat zegt dan zo’n Miepje van 27!” (Wie denkt ze wel dat ze is?)

Ik kon het niet nalaten me toen bekend te maken: aangenaam, ik ben dat Miepje.* Toen sloeg het gesprek dood. Ben bang dat de dames dachten dat ze me beledigd hadden. Dames: integendeel! Jullie lieten juist zien hoe deelnemers tegen een workshop en tegen een facilitator aankijken. En wat het belang is van een goede facilitator!

Wat ging mis in deze workshop?

  1. De facilitator had onvoldoende gezag; ze werd niet serieus genomen. Misschien dacht ze dat het aan haar leeftijd lag. Jammer, want daardoor mist ze een kans om zich te ontwikkelen. Er is geen snelle oplossing die van een giebeltrien een waardige leider maakt, maar eenvoudige aanpassingen in houding en gedrag maken al verschil.
  2. De facilitator koos voor een veilige, bekende kennismakingswerkvorm. Helaas was ze vergeten te controleren of de groep die al vaker had gehad. En trouwens, als zij de enige is die moest kennismaken (ze werkte met een bestaand team volgens mij), was dit dan de beste methode wel?
  3. De werkvorm waarbij je moet gaan staan op de plek die het best overeenkomt met jouw mening is een leuke manier om de boel in beweging te krijgen en om mensen letterlijk te laten staan voor hun standpunt. Alleen, staan voor je gevoel is nog iets heel anders: niet iedereen heeft het graag over gevoelens. En ook al heeft iemand geen moeite erover te praten, dan nog kan het wat ongemakkelijk of zelfs onveilig voelen om bijvoorbeeld in het hoekje “ik schaam me over mijn functioneren” te gaan staan. (Die naam verzin ik.) Dus, geachte collega: dit is te confronterend en ongemakkelijk, kies liever een werkvorm waarbij mensen zich iets minder hoeven bloot te geven.
  4. De facilitator had blijkbaar niet door dat ze deelnemers was kwijtgeraakt. Ze heeft het in elk geval niet proberen op te lossen. Soms is dat voor het geheel de beste optie, maar meestal is het onwenselijk als mensen daadwerkelijk afhaken, nog wel meehobbelen maar niet meer betrokken zijn. Een beetje meer reflectie en intuïtie had geholpen. Plus het lef om zonodig de boel stil te leggen en van richting te veranderen.

Natuurlijk is niet iedereen laaiend enthousiast over elke werkvorm in een workshop. Maar met al teveel scepsis bij de deelnemers is het onmogelijk om je doel te bereiken. Ik vraag me af of de dames die ik sprak met een betere facilitator dolenthousiast zouden zijn geweest, maar naar verwachting hadden ze dan in elk geval het idee gehad dat al die rarigheid ergens goed voor was.

*27 is al even terug, maar dat terzijde