Rituelen in het onderwijs

De afgelopen dagen waren vol van rituelen. Afgelopen vrijdag mocht ik kersverse engineers toespreken en ze hun diploma overhandigen: een ritueel dat de overgang markeert van student naar professional. Zaterdag zong ik op de uitvaart van mijn tante een lied dat ik ook voor haar zong toen ze zo ziek was dat ze niet meer kon praten. Een afscheidsritueel. Deze week is de laatste week op de basisschool van mijn oudste zoon: afscheid van het echte kind-zijn, vol verwachting van wat komen gaat. Wat zijn ze groot geworden.

Ook in het onderwijs spelen rituelen een rol, grotere, kleinere, bewust en onbewust. Aardig om eens bij stil te staan, ook in het licht van de soms pittige discussies over online onderwijs in het licht van socialisatie en subjectificatie (zie ook Onderwijs is meer dan leren). In normale woorden: in het onderwijs doe je de kennis en vaardigheden op die je nodig hebt in je toekomstige beroep, maar daarnaast ontwikkel je je als individu en leer je hoe je je gedraagt in een/de samenleving. En die laatste twee dingen zijn online nog lastiger te realiseren dan het overdragen van kennis en vaardigheden.

Rituelen op belangrijke momenten

Rituelen worden gebruikt om belangrijke momenten te markeren. Zo ook in het onderwijs: een tentamen bijvoorbeeld toetst kennis, maar is ook een soort uitroepteken aan het einde van een lesperiode. Nu is het klaar, nu ronden we het af.

Maar vergeet ook niet de welkomstrituelen. In veel kerken worden baby’s verwelkomd in de geloofsgemeenschap, in het onderwijs heeft elke onderwijsinstelling zijn eigen manier om “de nieuwe” welkom te heten. Kleuters kiezen een plaatje voor aan hun luizencape, brugklassers maken kennis met hun mentor en doen kennismakingsspelletjes, studenten worden ontvangen door de instelling, maar zeker ook door de representanten van het studentenleven. Ook een soort uitroepteken: nu hoor je erbij.

Superfijn dus, dat de corona maatregelen net op tijd versoepeld zijn om het mogelijk te maken dat studenten hun afstudeerpresentaties en diploma-uitreiking min of meer op de normale manier hebben kunnen beleven. Juist de fysieke activiteit is belangrijk bij rituelen: je stáát te presenteren, je wordt één voor één naar voren geroepen, je ontvangt je diploma. Online kun je daar wel iets van doen, maar lang niet alles.

Kleine, dagelijkse rituelen

Niet elk ritueel is groots en meeslepend. Voorlezen voor het slapengaan, samen koffiedrinken, warme chocolademelk maken als het koud is: misschien zie je dat al niet eens als een ritueel. Maar kijk eens wat het doet: het zijn een soort ankers in de dag en in de tijd. Ze markeren, niet de grote dingen maar de kleine dingen die ook belangrijk zijn: samenzijn, seizoenen, het weer, dat soort dingen. Ze geven houvast.

Dat houvast heb je in het onderwijs ook nodig. Als het goed is, is er veel nieuw, interessant en uitdagend in de klas. Natuurlijk niet alles, je wilt altijd aansluiten bij wat je leerlingen al weten, maar toch: je zet ze aan het werk. Rituelen geven dan houvast, structuur en een gevoel van veiligheid. Daar zit wat mij betreft niks zweverigs aan, wierook en klankschalen zijn optioneel.

Voorbeelden van rituelen

  • Wat je doet voor je leerlingen binnenkomen: verwelkom je ze individueel, zit je achter een bureau, loop je even naar ze toe?
  • Hoe je je klas begroet en de les begint
  • De opbouw van een les. Natuurlijk is niet elke les hetzelfde, maar een structuur van (bijvoorbeeld) terugkijken, nieuwe stof behandelen, vooruitkijken is een kapstok die zowel structuur als veel vrijheid biedt
  • Hoe je beurten verdeelt
  • Hoe je nieuwe onderwerpen introduceert
  • Presentaties, evaluatiemomenten
  • Hoe je een les afsluit: geef je nog een samenvatting? Laat je de studenten vragen stellen? Wat doe je eerst, waarmee eindig je?

Online rituelen?

Toen het onderwijs allemaal online moest, heb ik bewust gezocht naar alternatieve rituelen voor de dingen die ik belangrijk vind in mijn colleges.

  • Ik zet bijvoorbeeld al een welkomst boodschap op het scherm en typ een groet in de chat, soms ook een vraag (Hoe was je weekeinde? Lekker weer hier, bij jullie ook?) maar zet de videoverbinding pas aan vlak voor de les echt begint.
  • Je kunt in de meeste programma’s razendsnel een enquête of poll houden: een leuke manier om een onderwerp te introduceren (bijvoorbeeld aan de hand van een stelling).
  • Ik vraag de studenten even gedag te zeggen via microfoon of chat voordat ze (virtueel) weggaan.
  • Zelf blijf ik altijd tot het einde, zodat studenten die nog even iets willen vragen me even kunnen aanschieten. Het equivalent van nog even een vraag stellen tussen de colleges door.

Maar ik sta zeker open voor tips, want hoewel we gelukkig weer fysiek les mogen gaan geven zal dat beperkt zijn, doordat ze maar ongeveer een kwart van de studenten tegelijkertijd kunnen ontvangen in verband met de anderhalve meter-regel. Optimistisch noemen ze dat blended learning: een combinatie van fysiek en online. En we doen het wel, maar we moeten echt alle zeilen bijzetten om te zorgen dat het onderwijs niet door de bodem van wat nog kwaliteit heeft zakt. Zie ook deze column van Jasper van Kuijk (die naast cabaretier en columnist ook onderzoeker en docent is in mijn vakgebied): “Universiteiten moeten bedenken hoe ze eerstejaars iets acceptabels kunnen bieden”.