Soms maak ik me druk over dingen die dat eigenlijk niet nodig hebben. Ik zit mezelf in de weg. Als ik dan in de tuin ga zitten zie ik het onkruid, het gras dat nodig gemaaid moet worden, de heg die aandacht nodig heeft, in plaats van de bloemen, de libellen bij de vijver en de aardbeien die al rood worden. Dan is het tijd om de schakelaar om te zetten: wat was ook weer echt belangrijk? Prioriteiten stellen.
Gezonde obsessie
Ik kan ook geobsedeerd zijn door een creatief probleem, een ontwerpvraagstuk. Dat is leuk. Zo pieker ik nu over een soort opvouwbare wand waarmee ik een stijlvolle achtergrond kan creëren voor de online lessen die we ook volgend jaar nog zullen geven. Nu doe ik dat voor een crèmekleurig gordijn, en zo ziet het er ook uit: alsof ik voor een gordijn ben gaan zitten. Ik erger me dood aan van die kunstmatige achtergronden, omdat ze iets raars doen met je haar, je handen soms wel en soms niet door die achtergrond heen prikken en het licht sowieso niet klopt met het licht op je gezicht. En dat probeer ik dan op te lossen. Dat is leuk. Maar ook niet echt belangrijk. En gelukkig voelt dat ook zo: het voelt als fanatiek spelen.
En ineens weet je het
En soms zijn de prioriteiten ineens duidelijk. Zo werd ik gisteren gebeld dat mijn dochter uit het klimrek was gevallen en klaagde over hoofdpijn. Ik kreeg haar aan de telefoon, de hoofdpijn was begonnen na het vallen op haar achterhoofd, duidelijk: in bed jij. Later werd ze ook nog misselijk en was ik blij met dat besluit. Dat soort dingen doe je dan.
Want dat is het, hè? Dat je op sommige momenten precies weet wat je moet doen. Geen twijfel over wat je wilt en of je haar wel goed zit. Dingen waar je eerst over piekerde of je zelfs zorgen over maakte verdwijnen spontaan naar de achtergrond. Ineens is de boel overzichtelijk: eerst dit.
Storing heeft voorrang
Als docent en facilitator is dat ook zo. Ik leerde eens de uitdrukking “storing heeft voorrang”. Lesgeven of een groep begeleiden gaat oppervlakkig gezien over informatie uitwisselen. Maar daar onder heb je een stevig fundament nodig: een veilige sfeer, mensen die goed genoeg in hun vel zitten om aandacht te kunnen besteden aan die informatie. Als er iemand of zelfs de hele groep emotioneel is, dan krijgt dat voorrang. En dat kan heel leuk zijn hè, het kan ook zijn dat de groep uitgelaten is vanwege goed nieuws of de vrijdagmiddag. Maar ook dan: hoog oplopende emoties laten weinig ruimte voor iets anders. Dus dan verschuiven de prioriteiten: laten uitrazen, een plaats geven, aanpakken: al naargelang de bron van de emoties kun je en moet je er iets mee.
Op dat soort momenten ben ik niet meer Femke, de docent, of Femke, de facilitator: dan is er nog maar één sterke, stevige Femke. Mooi is dat.
Wezenlijke vragen
De vragen “wat is echt belangrijk?” en “wat is nu belangrijk?”. Het zijn geen snelle tools of trucs, zoals ik ook wel eens hier beschrijf. Maar ze brengen je bij je geweten. Ze zijn goed voor je. Ze helpen je, je prioriteiten op orde te brengen. Je innerlijk kompas te ijken, zo je wilt. En soms zijn er van die momenten dat je ineens weet waar je prioriteiten liggen, zonder dat je daarvoor vragen of tijd voor reflectie nodig hebt gehad.