Het belang van onderzoeksvaardigheden op elk niveau

In de brievenrubriek van de Volkskrant was deze week discussie over nut en noodzaak van een op onderzoek gebaseerde scriptie als eindwerk van (met name bachelor-) opleidingen. Die leiden immers niet op voor een carrière in de wetenschap, dus waarom zoveel aandacht voor onderzoeksvaardigheden en dat lastige wetenschappelijke schrijfwerk? Schaf daarom dat hele ding maar af, betoogt Nico Keuning. Reacties op zijn stuk komen van J. Derksen: Zelf onderzoek doen is nergens voor nodig, wetenschappelijk denken leer je ook op het hbo; Wouter van der Wal: Dáárom scripties! en Peter Ale: Verstandig geluid.

Er zijn in die discussie al veel zinnige argumenten langsgekomen van de voor- en tegenstanders, maar graag wil ik nog een àndere invalshoek verkennen. Ik denk namelijk dat onderzoeksvaardigheden op elk onderwijsniveau belangrijk zijn.

Onderzoeksvaardigheden, welke dan?

OK, dan moet ik ze natuurlijk wél even op een rijtje zetten, die vaardigheden die ik zo belangrijk vind. Op de site van het Wetenschapsknooppunt van de Erasmus Universiteit vond ik een mooi rijtje zonder jargon (hier op een leuke poster):

  • Wees nieuwsgierig
  • Neem waar
  • Gebruik je verbeelding
  • Ontdek de samenhang
  • Trek in twijfel
  • Deel ideeën
  • Hak in stukken
  • Reflecteer

Onderzoek doen gaat dus niet om zo ingewikkeld mogelijke zinnen bouwen en gedoe met protocollen, de basis is dingen uitzoeken en niet alles wat je ziet voor waar aannemen.

Onderzoeksvaardigheden voor iedereen

Of je nu een Nobelprijswinnaar in de kwantumfysica bent of een stratenmaker: dat dóe je als je goed bent in je vak. En ja, ieder doet dat op zijn eigen manier, maar in de basis gaat het om hetzelfde:

Nobelprijswinnaar Stratenmaker Basisschoolleerling

Wees nieuwsgierig

Ook buiten het eigen vakgebied informatie verzamelen, contact maken met een diversiteit aan mensen Collega’s vragen naar hun ervaringen met een bepaald merk gereedschap, open staan voor nieuwe werkwijzen Vragen wat je wilt weten, dingen opzoeken

Neem waar

Opletten of je iets bijzonders opvalt

Gebruik je verbeelding

Wat als… vragen stellen: stel dat ik het zo doe, werkt dat? Stel dat het zo zit, wat betekent dat?

Ontdek de samenhang

Verbanden leggen tussen theorie en praktijk of tussen disciplines Overeenkomsten zien tussen situaties, en oplossingen uit de ene situatie proberen in de andere Kijken of wat je geleerd hebt bij het ene vak ook klopt in een ander vak

Trek in twijfel

Kritisch zijn over “bewezen”  resultaten, tegenspraak organiseren, bewijs zoeken voor de tegengestelde bewering Kritisch zijn over wat mensen roepen: waarom roepen ze dat? Wat is hun belang daarbij? Je eigen mening vergelijken met die van anderen. Is het echt waar, of verzonnen? Waarom zegt iemand wat hij zegt? Zou het ook anders kunnen zijn?

Deel ideeën

Publiceren en in het openbaar discussiëren Met anderen praten over je werk en over wat jij goed vind Met je vrienden en je ouders praten over wat je zelf bedenkt

Hak in stukken

Een gedegen wetenschappelijke aanpak volgen Een probleem in delen oplossen Een probleem oplossen door het in kleinere delen op te hakken

Reflecteer

Reflecteren op je aanpak en de resultaten en open staan voor feedback Klus af? Even checken of alles goed ging, kon er misschien iets beter? Smileys geven voor hoe het ging: waar ben je tevreden over, wat ging niet zo goed? Waarom?

Dit zijn belangrijke dingen. Ze komen niet voor niets terug in allerlei lijstjes van dingen die kinderen in de toekomst moeten kunnen: het zijn vaardigheden die verder gaan dan pure kennis. Kennis is belangrijk, maar omgaan met informatie ook. (En daar is die kennis dan weer voor nodig, anders heb je geen enkele referentie.) Juist dit soort vaardigheden maken het verschil tussen stilstaan en vooruitgaan in je vak.

Onderzoeksvaardigheden op elk niveau

In één van de opiniestukken wordt gefulmineerd tegen het volgen van APA-criteria bij het vermelden van bronnen. Want dat is lastig. APA-criteria zijn een soort regels voor het vermelden van bronnen, van de American Psychological Association. Volgens hun regels moet je bij een boek bijvoorbeeld niet alleen titel en naam van de auteur vermelden, maar ook jaar van uitgifte, plaats van uitgifte en uitgeverij. En da’s gedoe. Maar de gedachte er achter is, dat je daardoor als lezer precies kunt achterhalen waar iemand zijn inzichten vandaan heeft. Het maakt nogal uit of je van een opvoedboek de versie uit 1953 hebt of die uit 2013…

Moet daarom iedereen volgens APA-criteria gaan verwijzen? Dat zou hetzelfde zijn als zeggen dat iedereen statistiek zou moeten beheersen: ’t zou mooi zijn maar het gaat nogal ver. Maar bronnen vermelden kan een kind op de basisschool al: bijvoorbeeld door de links naar gebruikte websites in een werkstuk te plakken, of de titels van de gebruikte boeken op te schrijven.

Zoals je ook kunt zien in de tabel: je kunt dezelfde vaardigheid op verschillende manieren invullen. Dus voor elk onderwijs- of professioneel niveau is er een aanpak die past èn die werkt. Het is onzin om dit soort vaardigheden pas op de universiteit aan te gaan leren: ze zijn voor iedereen belangrijk. Maar het is net zo goed onzin om te proberen dit soort vaardigheden bij iedereen op universitair niveau te krijgen: dat schiet zijn doel voorbij. Daarom pleit ik ervoor om deze vaardigheden aan te passen aan het onderwijsniveau waarin ze worden aangeleerd.

Onderzoeksscriptie in het HBO ja/nee?

Ja! Ik wil wel die scriptie, wel die APA-criteria, wel die methodische aanpak. Het verschil met universitair eindniveau zit hem in de gebruikte literatuur (90% wetenschappelijk t.o.v. 10%), de diepte van de statistiek, het abstractieniveau van het onderzoek. Daarnaast is het onderzoek aan het HBO natuurlijk praktijkgericht en niet theoretisch. Maar de onderzoeksvaardigheden zijn te belangrijk om overboord te gooien. En dat geworstel met die scriptie is taai, maar mijn ervaring als afstudeerbegeleider is dat dat niet aan het niveau ligt, maar aan het structureren van informatie en het helder verwoorden van resultaten. Dat lijken me beiden dingen die een HBO-afgestudeerde moet kunnen.