Voor de klas

Klaslokaal met kinderen en leerkracht, copyright foto: Elias MinasiVorige week mocht ik met Leon Dirks namens het Wetenschapsknooppunt Zuid-Holland een workshop ontwerpvaardigheden geven voor een groep leerkrachten. Dat werden dus muren vol tekeningen, flip-over vellen, post-it’s en een hoop gelach. We hadden een meervoudige uitdaging:

  • proeven van het ontwerpproces
  • een vraagstuk oplossen
  • werkvormen ervaren die toepasbaar zijn in de klas

Superleuk, lovende recensies, fijne middag gehad! En,voor iedereen die weleens een groep met een beperkte concentratie voor zich heeft (van 0 tot 100 jaar): mijn tips voor creatief doen met een “zootje ongeregeld”.

1. Korte stap-voor-stap instructies

Geef instructies in de volgorde dat ze moeten worden opgevolgd. Uit een handleiding explosieven ontmantelen*: “cut the blue wire…(volgende bladzijde) … after you’ve cut the red wire”. Voorkom dit 🙂

Ga er van uit dat mensen maximaal drie stappen tegelijk kunnen onthouden, dan zit je goed. Of doe het echt stap-voor-stap: pak nu een pen. Pak nu allemaal een vel papier.

Hoe groter de groep, hoe lastiger het is om de instructies bij iedereen goed aan te laten komen, dus hoe eenvoudiger je het moet maken. Té simpel bestaat niet, mits je niet op kleuterjuf-toon gaat praten.

2. Bewegen

Kinderen bewegen graag en veel. En geef ze eens ongelijk: mensen zijn gemaakt om te lopen, niet om te zitten. Bewegen is bovendien dé manier om je hersenen helemaal aan het werk te zetten, en niet alleen het logische deel. Zorg dus voor beweging. Tussendoor, in de vorm van een zo genoemde energizer, is al heel fijn. Maar waarom niet bewegen tijdens het werk?

  • Je kunt mensen door een boek met platen laten bladeren, of ze presenteren, maar je kunt ze ook langs de platen laten wandelen.
  • In tweetallen ergens over nadenken? Loop maar even rond samen!
  • Iedereen die vóór is gaat nu staan! Of: ga staan bij het idee dat jij het beste vindt.
  • Je inleven in een probleem? Beeld het maar uit!

3. Plezier

Spel, humor en plezier scheppen de voorwaarden voor creatief denken. Dus aan de slag: spelen met zijn allen! En wel hierom:

  • Al spelend ontdekken kinderen hoe zaken in elkaar zitten.
  • Tijdens het spelen mogen ze fouten maken en bestaan fantasieën echt.
  • Spelen voelt niet als werken, tijdens het spelen zijn kinderen geconcentreerd en gemotiveerd.

Vervang nu “kinderen” door “volwassenen” en het klopt nog steeds!

Hoe je speelsheid inbouwt? Nou, denk aan: kleurpotloden, quiz, balspel, filmpjes, doen alsof, lego, klei, plaatjes, snoep… Voor volwassenen raak je een snaar met nostalgisch snoep: likkoekjes op tafel en het ijs is meteen gebroken!

* Ik ken dit voorbeeld uit mijn studietijd, weet niet waar het oorspronkelijk vandaan komt. Maar verzonnen of niet: het is heel beeldend!