Creatief met metaforen: kies slim

Het glazen muiltje van Assepoester voor de koets. Copyright foto: ChannahVorige week schreef ik over de voordelen van het gebruik van metaforen. Ben je daardoor geïnspireerd geraakt? Deze week leg ik uit hoe je een metafoor kunt kiezen die in jouw situatie werkt. En ik laat zien wanneer je beter géén metafoor kunt kiezen. Want hoewel een metafoor een krachtig middel is voor het bevorderen van de creativiteit, het is wel een beetje tricky: er zijn situaties genoeg waarin het juist helemaal niet werkt. Hoe dat zit dat lees je verderop.

Zelf doen? Kies slimme metaforen!

Het is een krachtig middel, maar je moet wel een goed verhaal hebben! Wat werkt goed?

  • Je metafoor moet op zichzelf logisch zijn, kloppen. Mix dus geen metaforen door elkaar.
  • De beeldspraak moet goed uit te leggen en makkelijk te begrijpen zijn. Een kort verhaaltje en/of een tekening en de deelnemers moeten er mee uit de voeten kunnen. Het is daarom handiger om aan te sluiten bij een bekend verhaal dan bij een obscuur science fiction-boek.
  • Hoewel geen enkel verhaal precies de lading dekt van je “echte” probleem, moet het wel goed passen. De essentie moet hetzelfde zijn, en de belangrijkste randvoorwaarden ook min of meer. Dit zorgt ervoor dat je de bedachte oplossingen kunt vertalen naar het echte probleem.
  • Je groep moet de metafoor kunnen accepteren. Niet elke groep wordt blij van ruimtewezens, Robin Hood-achtige types en sprookjes-eieren. Nou hoeven ze niet wild te worden van enthousiasme, maar ze afschrikken is ook weer niet de bedoeling.
  • Een slimme metafoor zorgt voor andersoortige ideeën: kies ‘m daar op uit. Bedenk zelf wat ideeën aan de hand van het verzinsel en kijk of het werkt!
  • Alles wat niet teveel lijkt op de echte, normale wereld voldoet in principe: als het mensen maar laat nadenken zonder beperkingen. Dus sprookjes, stripverhalen, science fiction, mysterieuze legenden: leef je uit!
  • Voorkom teveel tovenarij. Let er wel op dat de deelnemers niet alleen maar “en toen kwam er een tovenaar en die toverde het probleem weg”- oplossingen bedenken: daar heb je niet zoveel aan.

Bonus: je kunt de gekozen metafoor ook gebruiken om je bijeenkomst een thema te geven. Leg het er niet te dik bovenop, denk aan iets kleins in de catering en bij het kennismakingsrondje. Dat geeft de hele bijeenkomst extra glans.

Wanneer werkt een metafoor niet?

Er zijn veel verschillende manieren om de creativiteit van een groep te stimuleren, metaforen gebruiken is er één van. (Andere technieken vind je bijvoorbeeld bij de werkvormen.) Situaties waarin ik je aanraad een andere techniek te kiezen:

  • De groep kent het probleem al, doorziet je metafoor, en heeft geen zin om er in mee te gaan. De ene groep is de andere niet: er zijn ook groepen die hoewel ze snappen wat je doet gewoon lekker meegaan in het fantasieverhaal. Dus schat je groep goed in.
  • Het probleem dat je wilt oplossen is te complex om een passend fictief probleem te vinden. Je kunt dan wel een metafoor gebruiken voor een deelprobleem, maar niet voor alles.
  • De groep houdt niet van “dit soort gekkigheid”. Dan kun je beter kiezen voor het zoeken van voorbeelden in andere vakgebieden: redelijk vergelijkbaar met het eerder beschreven gebruik van metaforen, maar minder “gek”. Of je past de metafoor toe zoals ik hieronder beschrijf: als een kapstok.
  • Je bent bang dat de groep het terugvertalen naar het oorspronkelijke probleem niet redt. Deze techniek vergt wat lenigheid van geest, voor sommige groepen is het misschien te moeilijk. (Dat hangt er ook vanaf hoeveel tijd je hebt: met meer tijd kun je meer tussenstappen inbouwen.)
  • Een open deur, maar wel iets om in de gaten te houden: je gebruikt deze techniek om andersoortige ideeën te krijgen. Dus als je beeldspraak niet leidt tot een andere kijk op de zaak en nieuwe oplossingen, dan heb je er niets aan.

Andere toepassingen van metaforen

Deze en vorige week heb ik metaforen gebruikt om ideeën te bedenken voor een vastgelopen probleem. Maar je kunt metaforen ook op een andere manier toepassen, waarbij je de deelnemers niet “verrast” met de metafoor maar de metafoor als kapstok gebruikt om over het vraagstuk te praten. Zeker bij organisatievraagstukken kan een metafoor helpen om dingen te benoemen die anders moeilijk uit te leggen, te persoonlijk of te abstract zijn. Geschikte metaforen zijn dan bijvoorbeeld:

  • een reis: doel, obstakels, bagage enzovoorts
  • de scheepvaart: koers, tegenwind, kapitein, samenwerking
  • jaargetijden/seizoenen/het weer: wisselen, voordelen van verschillende weertypen, onstuimig versus kalm

Maar denk ook eens aan een wat minder vaak gebruikt voorbeeld: wat dacht je van een verbouwing, of filmproductie? Beiden grote projecten waar iedereen zich wel wat van kan voorstellen, met vele stakeholders, budgetten, deadlines, plannen.

Veel plezier in sprookjesland…