Out of the box, maar niet te ver

Out of the box, of blijven we er in zitten? Copyright foto: Richard Styles
Out of the box, of blijven we er in zitten? Copyright foto: Richard Styles

Out of the box: er wordt zoveel over gepraat dat het een cliché is geworden. In theorie willen deelnemers aan een brainstormsessie buiten de gebaande paden rondneuzen, In de praktijk neem ik ze weliswaar mee naar onbekend gebied, maar niet te ver. Waarom niet? Omdat ze dan afhaken, en dus geen stap vooruit komen.

Ik heb er een paar ideeën over hoe dit komt. De belangrijkste, die bovendien sterk samenhangen:

  1. de creadox
  2. het “aangrenzend mogelijke”
  3. sociale veiligheid

1. De creadox: de paradox van de creativiteit

De creadox is een term van COCD, het Centrum voor de Ontwikkeling van het Creatief Denken. Zoals Igor Byttebier het omschrijft in zijn boek “Creativiteit. Hoe? Zo!”: Je wilt iets nieuws. Je bedenkt nieuwe ideeën, maar je kiest voor het oude! Radicale innovaties, echt vooruitstrevende ideeën, alles ver buiten de lijntjes: het is zo nieuw, dat je niet kunt weten of het haalbaar is. En dat is spannend, en risicovol. Dus wordt er, bewust of onbewust, gekozen voor haalbare ideeën. Die dan niet zo creatief zijn.

Als dit zich pas voordoet bij het kiezen van ideeën (convergeren) is het te ondervangen, maar helaas hebben groepen ook een impliciete norm, een soort onuitgesproken afspraak voor hoe raar een idee mag zijn. Om ze zowel uit de box van “dat wat we al doen en kennen” en uit de net wat grotere box “dat wat we acceptabel vinden” te krijgen moet je van goede huize komen. Het kan, maar het kost veel tijd om voldoende vertrouwen te winnen. En dan nog: je hebt ook te maken met:

2. Het aangrenzend mogelijke

Steven Johnson gebruikt in zijn boek “Where Good Ideas Come From” het beeld van “het aangrenzend mogelijke”. Het idee is, dat mensen zich veel dingen kunnen voorstellen, mits het op de één of andere manier raakt aan iets dat ze al kennen. En met al het nieuwe dat je leert, openen zich dus nieuwe aangrenzende gebieden van dingen die er (nog) niet zijn, maar die je je zou kunnen voorstellen. Zaken die zich niet in jouw “aangrenzend mogelijke” gebied bevinden kun je je slechts zeer moeilijk of zelfs helemaal niet indenken. Dat is volgens Steven Johnson ook  de reden dat al te innovatieve producten, hoe goed ze ook zijn, kunnen floppen of pas na jaren voet aan de grond krijgen: de tijd was er nog niet rijp voor, omdat mensen ze nog niet snapten.

Alweer een box om de box waar we net uit gekomen zijn dus! En de enige manier om uit déze nieuwe box te komen, is mensen mee te nemen, stapje voor stapje: als je je dít kunt voorstellen, dán kun je je ook voorstellen dat…. Maar hoe meer stappen, hoe meer mensen afhaken, omdat er steeds minder aanknopingspunten voor ze zijn om te begrijpen waar je het over hebt. Laat staan dat ze er zelf verzeild raken.

3. Sociale veiligheid

Abnormale dingen zijn eng. Dus afwijken van een groep is eng en nieuwe ideeën zijn eng, Laat het bij een brainstorm nou gaan om nieuwe ideeën, in een groep… In de ene groep is de tolerantie op afwijken groter dan in de andere, in die eerste groep zullen dus meer wilde ideeën worden verkend dan in de andere.

Als facilitator kun je, kan ik, hier op inspelen, door bijvoorbeeld met humor en regeltjes de veiligheid om iets “geks” te zeggen te vergroten. Maar een grote cultuurverandering krijgt zelfs de meest ervaren facilitator niet voor elkaar in een dag of dagdeel. Dus is het roeien met de riemen die je hebt.

Wat overigens wel goed werkt is met de keuze van werkvormen aansluiten bij iets dat ze kennen en dat veilig voelt. De wat meer systematische werkvormen (zoals de Morfologische kaart) geven een sterk gevoel van overzicht en controle: je doet duidelijk niets geks. Daar laten zelfs de grootste stijfkoppen zich door verleiden!

Maar hoe je het ook wendt of keert: ze willen out of the box, maar in de praktijk zitten ze dan nog steeds in een kader, maar dan een groter dan voorheen. En dat is al heel wat.

En tóch wens ik je veel inspiratie!