Ideeën uit een groep: het vraagstuk

Blauwe, losse puzzelstukjes. Copyright foto: Daino_16Ideeën uit een groep, deel 3

Na de aandachtspunten zelf (deel 1) en de manier waarop je kunt inspelen op de eigenschappen van je groep (deel 2) in dit deel 3 van de serie “ideeën uit een groep”:  inspelen op de vraagstelling, en: een korte opmerking over de invloed van interactie op de ideeën.

En sorry: ik had beloofd dat dit een drieluik zou zijn, maar het wordt gaandeweg een trilogie à la A.F.Th. van der Heijden, dus volgende week deel 4. Van de, ja, dat weet ik ook nog niet precies…

Het belangrijkste eerst: de vraag en de vraagstelling

Omdat er nogal wat afhangt van het soort vraag dat je hebt, is het handig om daarmee te beginnen.

Even een open deur: moeilijke vragen kosten meer tijd en moeite dan makkelijke vragen. Het inschatten van de complexiteit is lastig!

Over het abstractieniveau en de formulering van de vraag schreef ik al eerder: hier. Een kwestie van spelen met woorden. Dat kun je alleen doen, of met de groep. Alleen gaat sneller, maar samen weet je meer. Heb je je vraag (min of meer) helder, dan zie je of het een eenvoudige of meer complexe vraag is.

Een makkelijke vraag

Voor een makkelijke vraag heb je aan twee, drie werkvormen genoeg om een leuk resultaat te boeken. Dat doe ik bijvoorbeeld bij de open brainstorms. In tweeënhalf uur gaat er iemand blij naar huis: die heeft waardevolle input voor het vraagstuk waar hij of zij mee rondliep.

Een moeilijke vraag

Een moeilijke vraag kan op verschillende manieren moeilijk zijn:

  • De vraag zelf is ingewikkeld: het kost tijd om te doorgronden waar het echte of het grootste knelpunt ligt. Néém die tijd, want anders loop je kans de verkeerde (deel-)vraag te beantwoorden, of erger nog: binnen een groep uit te gaan van verschillende knelpunten. Dat duurt nog best lang, voordat je er achter komt dat de diversiteit in ideeën niet  komt door de creatieve associaties maar doordat je elk een ander probleem aan het oplossen bent…
  • De vraag bestaat bij nader inzien uit meerdere vragen, waarvan de antwoorden elkaar beïnvloeden. Beïnvloed vraag A vraag B, dan pak je eerst vraag A aan. Beïnvloeden ze elkaar wederzijds, werk dan aan beide vragen steeds een stukje, en werk ook aan het derde vraagstuk: de onderlinge interactie.
  • De vraag lijkt niet moeilijk, maar het onderwerp of gebied waar de vraag betrekking op heeft is zo ingewikkeld dat het beantwoorden erg uitdagend is. In dat geval kun je de vraag misschien opsplitsen in deelvragen, bijvoorbeeld voor verschillende aandachtspunten van de hoofdvraag. Een visuele weergave van de vraag en hoe de verschillende deelaspecten elkaar beïnvloeden helpt om het overzicht te houden. Bij heel moeilijke onderwerpen is om verder te komen soms tussentijds onderzoek nodig om bijvoorbeeld te controleren of opties haalbaar zijn, ook dat maakt dit soort complexe vragen tijdrovend. Het stuk “creatief denken” is bij dit soort vragen in verhouding kleiner dan bij makkelijker onderwerpen.

Werken aan de vraagstelling: alleen of samen?

Individueel werken kan alleen als het vraagstuk bij iedereen helemaal duidelijk is. Dus voor je aan de slag gaat, zorg je dat je het als groep eens bent over wat de belangrijkste vraag is. Daarbij hoef je trouwens niet alles groepsgewijs te doen: je kunt best individueel nadenken over wat de grootste knelpunten zijn, hoe je de vraag kunt formuleren, op welk abstractieniveau je het best kunt beginnen. Maar véél overleg is nodig: zo zorg je dat je allemaal dezelfde kant uit gaat.

Het verkennen en formuleren van een vraagstuk is een creatief proces op zich, inclusief divergeren en convergeren. Houd je dus ook bij dat deel al aan de tips over het ideeën genereren met een groep van vorige week.

Ideeën inventariseren, of genereren?

Ideeën inventariseren

Ideeën inventariseren is verzamelen wat er al is. Bijvoorbeeld: “Wat is je favoriete vakantiebestemming?” : antwoorden op die vraag zijn bestaande ideeën, waar geen creativiteit voor nodig is. Het kan zijn dat iemand een geheugensteuntje nodig heeft (Luxemburg? “O ja, daar ben ik ook eens geweest, in 1985…”), maar verder is de lijst mogelijke antwoorden beperkt. (Misschien wel groot, maar niet oneindig.)

Voor het inventariseren van ideeën is individueel werken handig, gevolgd door uitwisselen van ideeën als geheugensteuntje voor wat nog niet genoemd is. Je kunt deelnemers zelfs vragen vooraf een lijstje te maken, en dan op de bijeenkomst de lijstjes doornemen en samenvoegen. Let bij het doornemen van lijstjes even op dat niet de eerste een half uur kan babbelen en de laatste wegens tijdnood nog net één idee kan inbrengen. Iedereen heeft goed zijn best gedaan! Zorg bovendien dat de eerste niet iedereen het gras voor de voeten wegmaait en vraag bijvoorbeeld elke deelnemer steeds één nieuw idee te noemen, en dat dan in een paar rondes. Zo blijft het voor iedereen leuk. Je kunt de deelnemers in een kring, het rijtje af, ideeën laten inbrengen, maar wat ook kan is bijvoorbeeld ze ideeën in een schaal laten leggen, of op een bord laten plakken, en dat hoeft echt niet in een vaste volgorde. Wel is het handig als de ideeën worden opgelezen als ze worden neergelegd of opgehangen, zodat iedereen weet wat al genoemd is én zodat mensen hun “geheugensteuntje” krijgen.

Ideeën genereren

Ideeën genereren is nieuwe dingen verzinnen. Daarvoor is creativiteit nodig. Het aantal mogelijke nieuwe ideeën is bovendien eindeloos. De ideeën van anderen werken niet alleen als geheugensteuntje, maar ook als opstapje naar weer nieuwe ideeën: er ontstaan zijwegen, kruisbestuivingen, variaties…

Het verzinnen van nieuwe ideeën begin je het beste met het verzamelen van de eerste ideeën. Dat zijn vaak de wat meer voor de hand liggende ideeën, vaak zelfs bestaande ideeën, zie “inventariseren”. Die kun je mensen vooraf laten opschrijven, of je verzamelt ze snel tijdens de bijeenkomst. Mensen willen ze graag delen, ondanks dat je misschien eigenlijk snel naar wat innovatievere ideeën wilt gaan zoeken. Dus geef ze de ruimte om minstens één van die ideeën met de groep te delen, voordat je doorgaat naar het creatievere werk. Soms lopen deelnemers er al jaren mee rond, geef ze de ruimte om erkenning te krijgen voor hun denkwerk.

Er van uitgaande dat je ideeën zoekt die door de hele groep gedragen gaan worden, is het belangrijk dat die groep een gezamenlijk idee-generatie-proces doormaakt. Dat mag deels groepsgewijs, deels individueel, als iedereen maar van elkaar kan volgen welke stappen hij of zij zet. Dat gezamenlijke proces vergroot het draagvlak.

Het effect van interactie

Even over de interactie in de groep, en wat dat doet met de ideeën. Een gezamenlijk proces vergroot het draagvlak en werkt ook na de bijeenkomst nog vrij lang door in de sfeer in een team. Maar interactie is geen garantie voor goede ideeën. Een groep verzint minder ideeën dan de individuele leden bij elkaar opgeteld. Wel meer ideeën dan één deelnemer trouwens. En ook als je dubbele ideeën niet meerekent: het groepsproces kan het aantal ideeën beperken, bijvoorbeeld doordat deelnemers op elkaar moeten wachten met het inbrengen van ideeën. Daarom wordt tegenwoordig nog maar weinig groepsgewijs door elkaar geroepen, en vaker individueel geschreven om de ideeën daarna te delen.

Maar: de ideeën van een ander kunnen jouw creatieve proces helpen. Ze kunnen een opstapje zijn voor nieuwe ideeën. Dus is het belangrijk dat je die ideeën langs ziet komen tijdens het genereren van ideeën. Maar dan weer wel op een manier dat ze je denkproces niet in de weg zitten. Bij elektronisch brainstormen gaat dat, afhankelijk van de gebruikte software, makkelijk. “Op  papier” vergt dat wat aandacht. Je kunt bijvoorbeeld ideeën delen afwisselen met individueel ideeën verzinnen, en het is handig om te zorgen dat iedereen de bestaande ideeën kan zien.

Het is overigens niet altijd erg als je niet het onderste uit de kan haalt wat innovativiteit betreft: dat hangt dan weer af van de eigenlijke vraag achter het vraagstuk. Soms blijkt “we willen vernieuwen”eigenlijk “we zoeken wat snel te implementeren ideetjes”; nou, radicale innovaties zijn prachtig maar zelden snel te implementeren…

Volgende week meer over hoe je in een groep om kunt gaan met de verschillende aspecten van het creatieve proces!

 

Eén reactie

Reacties zijn gesloten.