Waarom robots niet creatief zijn

Robot uit de jaren '50, copyright foto: Oliver BrandtEen robot (of zijn brein: een computer) is niet creatief. Hij is snel, slim, handig in het onthouden en terugvinden van informatie, maar we winnen het nog op creativiteit. En we houden die voorsprong nog wel even vast, zeker als het gaat om het bedenken van goede, toepasbare ideeën. Want:

  1. een robot doet wat je hem vraagt, en dat is niet genoeg
  2. een robot mist achtergrondinformatie, waardoor hij alles alleen maar letterlijk kan nemen en niet kan relativeren
  3. een robot voelt niet: hij wordt niet enthousiast maar mist ook de signalen als er iets niet pluis is

1. Een robot doet wat je hem vraagt

Robots doen precies wat je ze vraagt. Dat is mooi, en dat is handig. Creatief zijn vergt gedachtensprongetjes, associaties, losse invallen. En die zijn afhankelijk van het toeval. Dat laat zich dus niet programmeren!

Of, iets preciezer: je kunt een robot denk ik best leren associëren of willekeurige brokjes informatie laten aanhalen, maar doordat een robot alleen kan doen wat je hem opdraagt heeft hij niet de capaciteit om uit de duizenden associaties en ideeën die hij op die manier genereert intuïtief de meest prikkelende te kiezen.

En precies dat doen mensen wel: zonder te weten waarom precies blijven een paar ideeën net wat beter hangen dan de andere of gaat een brainstormende groep ineens wat langer door met één bepaald woord. Een soort voorselectie, zonder expliciet keuzes te hebben gemaakt.

Je kunt een robot leren ideeën genereren. Dat levert in een oogwenk 100.000 ideeën op. En een zóói dat daar tussen zit…

2. Een robot mist achtergrondinformatie

Misschien ken je het wel: iemand lost een probleem op, maar helemaal anders dan je het zelf zou doen. Jij had jezelf wat eisen opgelegd, maar nu je haar of hem bezig ziet denk je: “Ja, zo kan het natuurlijk óók!”. Dat kan een robot niet!

Een robot houdt rekening met de eisen die je hem geeft. Wat hij niet kan, is die eisen in perspectief zien: hij kan niet naar het verhaal achter de eis kijken en de eis zonodig aanpassen.

Bijvoorbeeld: als de vraag is een tent te ontwikkelen die snel op te zetten is, minimaal drie festivals meegaat en maximaal € 10,- aan materiaal kost zal een wegwerptent van € 5,- niet aan de eisen voldoen. Maar als dat nou een biologisch afbreekbaar ding is, dat op een festivalterrein vergaat tot meststof, dan is dat misschien wel een veel beter concept! Maar niet volgens de robot.

3. Een robot voelt niet

Tot slot: eisen en harde criteria zijn natuurlijk belangrijk, maar er is ook nog zoiets als “voelt het goed?”. Soms eindigt een brainstorm met zo’n gevoel van “is dit alles?”: we hebben ideeën bedacht, ze volgens onze eigen criteria geselecteerd, en toch: geen hoera. Dat is niet erg, het heeft ons een stapje verder gebracht, en blijkbaar hebben we meer tijd nodig. We slapen er een nachtje over, kijken nog eens kritisch naar onze eisen en wensen, laten er nog wat prikkelende vragen en creativiteitstechnieken op los en dan gaat het vast beter.

Tenzij tijdens dat nachtje duidelijk wordt waar dat rottige gevoel vandaan komt: de probleemeigenaar schuift zijn probleem af bijvoorbeeld, of de opdrachtgever geeft dubbele signalen af. Dan kunnen we brainstormen tot we een ons wegen: bevredigend zal het niet worden, want er moet eerst wat anders worden aangepakt. Ook dat kan een robot niet.

Of onder de douche de volgende morgen valt je ineens het winnende idee in. Ook dat kan niet bij een robot, want die douchen niet 😉