That’s the question!

Zetletter vraagteken, copyright Joana Croft4 Tips om een perfecte uitgangsvraag voor je sessie te formuleren

Ken je dat? Lekker gebrainstormd, hoop leuke ideeën, maar er wringt iets. Eigenlijk zijn het niet de ideeën waar je naar zocht. Hoe komt dat? De kans is groot dat je uitgangsvraag het probleem is. Is die niet goed, dan heb je niets aan de resultaten van je sessie, hoe goed opgezet ook. In de informatica gebruiken ze hiervoor de uitdrukking “garbage in, garbage out”: software en regelsystemen kunnen alleen zinnige resultaten opleveren wanneer ze met zinnige informatie worden gevoed. Dat geldt precies zo voor creativiteitssessies.

Daarom: vier tips om te komen tot een goede uitgangsvraag.* Begin met het opschrijven van je vraag zoals hij nu is. En dan: aan het werk:

Tip 1: Bevraag en beantwoord je vraag.

Controleer:

  1. Staat alles er in wat er in moet staan?
  2. Kunnen er woorden uit?
  3. Wat er in staat, klopt dat wel? Speel advocaat van de duivel: haal die hele vraag onderuit. Weet je meteen wat er beter moet.
  4. Kun je de vraag ook verkeerd opvatten? (Doe je best!)

En beantwoord de vraag: als je de vraag stelt, wat voor antwoorden krijg je dan? Is dat het soort antwoord of idee dat je zoekt? Zo niet: wat voor idee zoek je dan wel, en hoe pas je je vraag zo aan dat je dat soort ideeën als antwoord krijgt? (Als het antwoord op je vraag luidt: “26,5”, “nee” of “Stationsweg 14” dan is je vraag waarschijnlijk nog niet af en/of niet geschikt als uitgangspunt voor een creatief proces.)

Tip 2: Zoom in en uit.

Vaak bestaat een vraag uit een aantal elementen. Een voorbeeld: “hoe kunnen we hulpbehoevende ouderen in contact brengen met vrijwilligers” bestaat uit hulpbehoevende ouderen, contact en vrijwilligers, of “hoe kunnen we leraren meer plezier in hun werk geven”: leraren, plezier, werk.

Met die elementen, vaak een stuk of drie, kun je spelen door in en uit te zoomen. Doe dat per element afzonderlijk. Dat kan met een tabel zoals hieronder. Neem bijvoorbeeld “hulpbehoevende ouderen”. Zoom in: welke precies? Die in Zuid-Nederland? Of in Zeeland? In Middelburg? In het centrum van Middelburg? Die in één straat of huis in het centrum van Middelburg? Alleen mevrouw Jansen? In een bepaalde leeftijdsgroep? Mannen of vrouwen? Met bepaalde voorkeuren? En zoom uit: hulpbehoevende ouderen? Of alle ouderen? Alle hulpbehoevenden? Alle mensen? Speel hiermee totdat je het juiste niveau te pakken hebt, bij elk element. Over het algemeen hebben mensen de neiging om niet specifiek genoeg te formuleren, met dit trucje voorkom je dat.

Elementen: Hulpbehoevende ouderen In contact brengen Vrijwilligers
Alternatieven bij in- of uitzoomen: Inzoomen:

  • Hulpbehoevende ouderen in Zuid-Nederland
  • Hulpbehoevende hoogbejaarden
  • Mevrouw Jansen

Uitzoomen:

  • Alle ouderen
  • Alle mensen die hulp nodig hebben
  • Iedereen
Inzoomen:

  • Laten kennismaken
  • Samen boodschappen laten doen
  • Samen in één huis wonen

Uitzoomen:

  • In de buurt brengen
  • Op de hoogte stellen van
Inzoomen:

  • Hun buren
  • Een maatje of buddy
  • Gelijkgestemden

Uitzoomen:

  • Anderen
  • Plaatsgenoten

Volgende week geef ik hier een paar inspirerende variaties op!

Tip 3: Raadpleeg een orakel.

Stel je voor dat je voor een machtig orakel staat. Deze geheimzinnige vrouw zal je vraag perfect beantwoorden, maar: je hebt maar één kans. Je vraag moet meteen goed zijn, anders heb je niets aan het antwoord. Spreek je nogmaals dan zal zij je treffen met haar toorn. Geen verduidelijkende extra vragen, geen “ja maar”: ze is genadeloos. Denk dus goed na wat je haar vraagt: is dit echt de vraag die je haar wilt stellen? Of toch niet?

Dit is een aardige manier om een groep te laten nadenken over het doel van een sessie. Door op deze manier naar de vraag te kijken behandel je niet alleen de technische kant (kloppen de feiten), maar ook de meer gevoelsmatige kant: gaan we wel de goede kant op? Je kunt uiteraard het orakel vervangen door een ander spannend verhaal: al je geld moeten inzetten; een fee, heks of tovenaar bij wie je één wens mag doen enzovoorts.

Tip 4: De 5 Why’s.

Vaak is het handig om, bij het formuleren van een probleem, goed te kijken naar de oorzaken van een vraagstuk. De meeste vraagstukken laten zich het best zo dicht mogelijk bij de bron aanpakken hè!

Om de hoofdoorzaak van een probleem op te sporen: Vraag 5 keer “waarom?”. (Meer info: zie hier.) Eerst formuleer je het probleem. Dan vraag je “waarom?”: waarom is dat zo? Waarom is dat een probleem? Bij het antwoord vraag je weer door: “waarom?”, net zolang tot je de oorzaak hebt gevonden. Dat is meestal na een keer of vijf. Let op: je bent niet op zoek naar algemene uitspraken als “er was geen geld” of “te weinig inzet”, dus als je dat soort antwoorden krijgt: stuur bij en vraag door. Deze techniek wordt vaak gebruikt in een technische omgeving, maar is daarbuiten ook zeer nuttig.

Ook bij deze methode kan blijken dat de oplossing niet ligt in creatief denken. Dat overkwam de groep technici die ik een paar weken terug onder mijn hoede had: een paar keer doorvragen en het probleem bleek te zijn dat ze het niet eens waren over de juiste aanpak voor hun vraagstuk! Ze hadden meer informatie nodig om te kunnen kiezen. Dus het doorvragen gaf ze wèl een oplossingsrichting, hoewel die heel anders bleek te zijn dan ze dachten.

Veel succes! Je zult merken dat een goed geformuleerde vraag een belangrijke stap in de richting van de oplossing is. Meer weten? Vraag maar raak 😉

* OK, vijf. Neem om te beginnen een open vraag, dus een vraag die begint met wie, wat, waar, wanneer, waarom of hoe. “Hoe kun je X”, “hoe kunnen we Y” of “how to Z” zijn bijna altijd prima.

Eén reactie

Reacties zijn gesloten.