Stappenplan voor knutsel-activiteit

Zelf speeldeeg maken.
Zelf speeldeeg maken. (Copyright U.S. Army)

We verzinnen een knutselproject. We hadden al het rijtje dingen waar we invloed op hebben:  materiaal, technieken, thema’s en onderwerpen, de fysieke omgeving, de sociale omgeving, de factor tijd en jezelf/de begeleiding. Laat je niet afschrikken door het gedetailleerde stappenplan: het is bedoeld om je aan het denken te zetten, en afhankelijk van hoeveel tijd je hebt doe je dit uitvoerig of wat sneller. Ik wil je in elk geval verleiden uit je routines te komen, dus bij weinig tijd: doe in elk geval stap 2 en stap 4. Veel plezier met je activiteit!

Stap 1: een uitgangspunt

Kies een uitgangspunt. Dat kan een materiaal zijn, een inspiratiebron (thema, onderwerp, kunstwerk enz.), een vaardigheid: kies maar. Of begin met stap 2:

Stap 2: een doel voor je activiteit

Wat wil je bereiken? (Zie ook het vorige stuk.) Nu is het belangrijk dat je een keuze maakt, al het andere is dan ondergeschikt:

  • creatief bezig zijn: ideeën verzinnen, uitproberen, expressie
  • vaardigheid leren: oefenen, nadoen, uitproberen
  • een mooi eindresultaat: een cadeau, een presentatie

Subdoelen zijn prima, maar je gaat situaties tegenkomen waarin je zult moeten kiezen, dus is het belangrijk dat je weet wat je wilt. Ben je met deze stap begonnen, ga dan via stap 1 naar de volgende stap.

Stap 3: Maak een plan

Dit is in feite een klein ontwerptraject op zich, inclusief ideeën genereren en kiezen. (Meer info? Lees: Samenvatting ontwerpproces.) Nu hoef je dat niet heel uitgebreid te doen, maar probeer in elk geval wat alternatieven af te wegen bij elke keuze die je maakt: je zult al snel ontdekken dat er meer kan dan je denkt.

Stap 4: Wat kan er uit?

Je hebt nu een mooi plan. Maar omdat we gewend zijn plannen dicht te timmeren en nodeloze randvoorwaarden op te stellen, is de kans groot dat je dingen hebt vastgelegd die best vrijgelaten kunnen worden. Dus als denkoefening: wat kan er uit je plan? En wordt je activiteit daar beter van, met het oog op je doel? Je zult merken dat je plan in elk geval beter wordt door er zo over na te denken. Want veel beslissingen nemen we zonder dat we het door hebben: we knutselen aan de knutseltafel, leggen materiaal klaar, geven uitleg, maken groepjes: allemaal dingen die niet per se hoeven, afhankelijk van je doel.

Vraag je bij elke keuze af: Is het nodig het zo te doen? Kan het ook anders? (En wordt het daar beter van?)

De keuzes die je activiteit focus geven:

  • Schrijf je materiaal voor? Of een groep materialen? Welk? Waarom?
  • Schrijf je technieken voor? Gereedschappen? Welke? Waarom?
  • Geef je een inspiratiebron, thema of onderwerp op? Zoja: hoe ruim of specifiek is het? Hebben de kinderen er invloed op?
  • Waar ga je werken? Hoe is het daar? Verander je iets aan de ruimte: licht, inrichting, muziek? Kunnen de kinderen kiezen, dingen veranderen?
  • Met wie gaan de kinderen werken? Groepjes, individueel? Deel jij in, mogen ze kiezen? Werken ze ook met anderen, van buiten de groep? Krijgen ze taken, doen ze wat ze willen?
  • Hoe lang mogen de kinderen werken? Mogen ze kiezen wanneer ze beginnen en stoppen? Moet het in één keer? Mogen ze er in eigen tijd of thuis aan werken?
  • Wat is jouw rol? Wat doe je wel, wat doe je niet? Misschien wil je wel iemand anders de leiding geven, wie dan? Wil je er meer mensen bij betrekken?

Stap 5: Puntjes op de i en voorbereiden

Nerd-alert: ik heb veel baat bij een grondige voorbereiding en maak daarvoor uitgebreide tabellen. Maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden hè!

Mijn voorbereiding voor een activiteit met een groep ziet er zo uit:

Tijd Activiteit Inhoud Materialen Resultaat

En dat vul ik dan in, vaak met nog meer rijen. Dat ziet er niet erg creatief uit hè? Het is niet zo strikt als het er uit ziet: ik wijk vaker wel dan niet af van mijn planning, en zoek regelmatig naar extra materialen. Bovendien kan de inhoud best tussentijds veranderen. Maar door van tevoren goed na te denken over wat er gaat gebeuren, zelfs vaak met een plan B erbij, kan ik tot de kern komen, onnodige zaken weglaten, zorgen voor een goede opbouw, zorgen dat de planning realistisch is (niets zo vervelend als vlak na de uitleg al ontdekken dat de tijd zo’n beetje op is!) en heb ik de materialen die ik nodig denk te hebben allemaal al bij de hand. Zo kan ik tijdens de activiteit mijn aandacht bij de groep houden. Ik hoef bijna niet na te denken over wat ik als volgende zou kunnen gaan doen en wat daarvoor nodig is, alleen als een aanpassing wenselijk is. Dus door mijn gedetailleerde plan geef ik het creatieve proces van de groep alle ruimte. De groep krijgt dit trouwens niet te zien hè, het is immers geen doel, maar een hulpmiddel.

Wat je zeker niet moet vergeten:

Wat jouw manier ook is: zorg dat je voorbereid bent, zodat je tijdens de activiteit je aandacht kunt richten op wat er gebeurt. Het is voor kinderen super als de begeleider gewoon naast ze kan gaan zitten en met ze kan praten over wat ze maken, begeleiders die nog potloden moeten slijpen, rondrennen met doekjes of in het magazijn verdwijnen om spullen te zoeken geven een hele andere sfeer. Denk in elk geval aan:

  • Veiligheid: waar zitten risico’s en wat doe je daarmee?
  • Je uitleg: wat vertel je, hoe breng je het over?
  • Je planning
  • Het opruimen (en wat je daarvoor nodig hebt)
  • De materialen
  • Het documenteren (zie stap 7)

Stap 6: De uitvoering van je activiteit

Uiteraard. Daar zijn zo veel verschillende mogelijkheden voor dat ik die niet allemaal ga omschrijven. Mijn gouden tip: houd je hoofd koel. Of cool, zo je wilt. Als jij gaat stressen doen de kinderen dat ook. Je kunt natuurlijk wel spelen met energiek of kalm, maar: energiek + speelse begeleider die weet wat hij doet = plezier, en: energiek + gestresste begeleider = paniek! (En: kalm + rustig geïnteresseerde begeleider = verdieping en reflectie, en kalm + begeleider met smartphone = verveling en desinteresse.)

Stap 7: Documentatie

In de methodiek van Reggio Emilia is veel aandacht voor het vastleggen van de ontwikkeling van de kinderen, wat zie je, wat gebeurt er? Erg interessant. Ik denk dat het bij elke (knutsel-)activiteit  belangrijk is na te denken of je iets wilt vastleggen, wat dan, waar wil je opletten? Een voorbeeld: mijn dochter werkt graag met verf. Het eindresultaat is eigenlijk altijd een vel papier dat druipt van de groen-grijze verf. Wat interessanter is, is het proces: ze gebruikt verschillende materialen om de verf op het papier aan te brengen, maakt vormen, krast door de natte verf, mengt kleuren, voelt aan de verf, stempelt, gebruikt nog meer verf. Dus haar belangrijkste resultaat is niet de kliederboel waar het mee eindigt, maar het ontdekproces: dat is prachtig. Wil ik daar iets van laten zien, dan moet ik een camera paraat hebben. Om over na te denken!

Ik hoop dat dit stappenplan je inspireert om met veel plezier knutselactiviteiten voor te bereiden!

Eén reactie

Reacties zijn gesloten.